Eindhoven,
13
oktober
2023
|
10:38
Europe/Amsterdam

Inclusief taalgebruik: lastig of nodig?

Inclusief taalgebruik: de een vindt het niet nodig, de ander is bang dat er verkeerd mee omgegaan wordt. Maar wat is inclusief taalgebruik precies? Hoe gebruik je het? Docent-onderzoekers Ilonka van der Sommen en Elizabeth Venicz zoeken naar antwoorden tijdens de nieuwste editie van het openbaar college.

De twee gastdocenten vragen zich af waarom er zoveel mensen geïnteresseerd zijn in hun gastcollege. Een kleine rondvraag biedt uitkomsten: het publiek is nieuwsgierig naar juist taalgebruik, wil kennis halen en moet wennen aan het onderwerp omdat het er vaak over gaat. “Laten we dan maar meteen met de deur in huis vallen”, steekt docent Ilonka van der Sommen af. “We gaan vandaag geen recepten uitdelen of antwoorden geven, want er is niet één waarheid over inclusief taalgebruik. We geven jullie vandaag wel wat denkrichtingen mee en bieden nieuwe perspectieven.”

Inclusief taalgebruik is niet iets van de afgelopen paar jaar, weet docent-onderzoeker Elizabeth Venicz. “Van kinds af aan heb ik geweten dat taal behalve een middel voor verhalen ook een middel is om mensen uit te sluiten. Zo werd mijn moeder bestempeld met de term laagopgeleid, terwijl zij heel veel dingen kan die ik niet kan. Ze was bang dat ze als dom gezien zou worden en daar heb ik altijd rekening mee gehouden. Je raakt gewend aan de taal die gangbaar is in de omgeving waarin je jezelf begeeft. Daarom kijken we vandaag ook naar de positieve kant van taal, want taal is ook een kwestie van contact willen maken.”

De invloed van taal
Taal heeft invloed op hoe je kijkt naar de wereld en verandert voortdurend. Denk aan het woord juffrouw. Bijna iedereen associeert dit met een docente voor de klas, maar vroeger werd het gebruikt om ongetrouwde vrouwen aan te duiden. Dat gaat ook op voor bepaalde scheld- of negatieve woorden. Zoals vuurtoren, brillenjood, dom blondje of mongool. “Het zijn eigenlijk allemaal scheldwoorden die niet meer kunnen. Daarom moeten we aandacht hebben voor taal, want het betekent dat we erkennen dat de taal die we gebruiken van invloed is op onze belevingswereld. Daar komt bij dat het steeds belangrijker wordt dat mensen zich thuis voelen bij taal of woorden in de gemeenschap waartoe ze behoren.”

De beweging van taal en de maatschappij is in combinatie met de geschiedenis een continue samenspel van ongelooflijk veel factoren, licht docent Ilonka Van der Sommen toe. Zo kunnen termen voor groepen door de tijd heen ook behoorlijk variëren. Denk maar aan het woord ‘homofiel’. Dat werd later homoseksueel, werd opgevolgd door gay en staat nu inmiddels bekend als queer. Een ruim begrip dat vaak gebruikt wordt. “We willen toegankelijk zijn en goed communiceren. Ben je queer en heb je adhd of dyslexie, dan ben je bijvoorbeeld neuro-queer.”

Ingewikkeld
Maar wat de een begrijpt, lijkt de ander totaal niet te weten. Dat kan de situatie soms best ingewikkeld maken. Dat zien we volgens Venicz ook terug bij woorden die te maken hebben met immigranten en kinderen van immigranten. “De woorden gastarbeider, allochtoon, Marokkaanse Nederlander en Nederlander met een migratieachtergrond hebben allemaal de revue gepasseerd. Maar het woord allochtoon heeft op een of andere manier toch een negatieve lading gekregen.” [Tekst gaat verder onder de foto]

Daarom moeten we bewust nadenken over taal, en hoe we hier ‘normaal’ mee om kunnen gaan. Iemand is bijvoorbeeld niet arbeidsongeschikt, maar heeft een arbeidsbijzonderheid. “We moeten iedereen kansen geven en mensen niet discrimineren of stigmatiseren op grond van hun lichamelijke, verstandelijke of psychische gesteldheid.”

Beladen woorden
Toch is taal niet neutraal, en dat zal het ook nooit worden. “Zo hebben we voetbal en vrouwenvoetbal. Of uitdrukkingen zoals zwart rijden en zwart geld, die zorgen voor weinig positieve herleidingen naar het woord ‘zwart’. Dat is het lastige aan taal. Een woord kan een geschiedenis hebben, maar de lading van een woord kan door de tijd heen ook weer veranderen.”

Taal ontwikkelt zich dus. Er is zelfs een kans dat er een beweging ontstaat waarin eigenschappen van mensen steeds minder benoemd worden. “Want wat maakt het eigenlijk uit dat iemand een kleur heeft, man of vrouw is?”, vraagt Venicz zich af.

Concreet respect
Maar hoe gaan we daar als mens nu mee om, met het aanspreken van anderen en het inclusief maken van onze taal? De twee docenten delen nog wat laatste tips. “Vraag gewoon hoe iemand genoemd wil worden, omschrijf de ander zoals je zelf omschreven wil worden. Vermijd clichés, toon diversiteit en maak van een eigenschap geen eigennaam. Grijp niet te snel naar een groepsterm, maar wees concreet. En waar een kenmerk als gender, afkomst en huidskleur er niet toe doet, vermeld het dan ook niet.”

Nadenken over inclusieve taal stopt niet. Dat kan ook niet. “Misschien zijn we pas net begonnen”, besluit Van der Sommen. “Taal is een voortdurende ontwikkeling. Misschien zijn er over tien jaar wel weer bepaalde woorden die we nu heel normaal vinden, maar tegen die tijd schokkend zijn. Maar zolang we elkaar met respect behandelen en het gesprek aan blijven gaan, is dat helemaal niet erg.” [Noëlle van den Berg]

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties 1 - 3 (3)
Bedankt voor uw bericht.
Ilonka van der Sommen
23
October
2023
Dank voor alle reacties en overwegingen. Het is duidelijk dat er veel op gang komt.
Het stuk over neuroqueer verwees in deze context naar een verhaal waarin een persoon met autisme dit zelf opperde en relateert dus aan een persoonlijke quote!
Esther (zij/haar)
13
October
2023
Deze boodschap heb ik niet gekregen van dit college.

Ik vond het verhelderend dat inclusief taalgebruik gaat over bewustwording van het gebruik van taal, het zoeken naar verbindende en toegankelijke taal (en ja, ook dat is niet zomaar gedaan) en daarover spreken met elkaar. Herkennen, erkennen, en contact (willen) maken zonder positie in te nemen of mensen vanuit één perspectief/ overtuiging te benaderen (zie de Tedtalk Danger of Single Story door Chimamanda Ngozi Adichie). Daar bovenop: de snelheid waarin taal verandert, en een nieuwe betekenis krijgt, vraagt reflectie met elkaar.
Willöm
13
October
2023
“We willen toegankelijk zijn en goed communiceren. Ben je queer en heb je adhd of dyslexie, dan ben je bijvoorbeeld neuro-queer.”

Wat is er duidelijk aan dit taalgebruik? Wat hebben seksualiteit en adhd of dyslexie met elkaar te maken? Wat heeft het voor nut dit hokje te creëren?

Intersectionaliteit schiet het doel voorbij. The road to hell is paved with good intentions.
Henk Verhoeven
13
October
2023
Bij mij riep de reactie van Willöm eenzelfde gevoel op. Er lijkt wel een Nieuwe Preutsheid te ontstaan. Vroeger mocht je geen poep, pis en neuken zeggen. Tegenwoordig word je aan de schandpaal genageld als je "Jongens en Meisjes" zegt omdat je dan andere genders zou negeren.

Dit lijkt verdacht veel op een manipulatietactiek: leg een heleboel boobytraps en er is altijd wel iemand die een verkeerde opmerking maakt waar je 'm op kunt pakken. Iedereen is het er over eens dat we bepaalde scheldwoorden echt niet meer kunnen gebruiken. Maar laten we alsjeblieft voorkomen spontane expressie de das om te doen door een nieuw netwerk van taboes in het leven te roepen.
Max Kleinherenbrink
13
October
2023
Dag Willöm,

Het begrip 'queer' omvat niet enkel seksuele oriëntatie maar o.a. ook genderidentiteit. Een begrip wat voor mensen een fijne betekenis heeft om zich mee te identificeren. Wat schaadt het een ander als mensen met bv. ADHD zich neuro-queer noemen? Ik had er zelf nog niet van gehoord maar voor mij is het prima als iemand zich zo wilt noemen, heb ik daar iets van te vinden? Het creëren van een 'hokje' kan helpend zijn om woorden te geven aan hoe iemand zich voelt, identificeert o.i.d.

Hartelijke groet,

Max

-

Dag Henk,

Aangezien ik niet onder uw bericht kan reageren wil ik dat graag hier doen. Ik vind het erg om te lezen dat u het niet 'mogen' benoemen van 'Jongens en meisjes (een andere interessante vraag is waarom we voor meiden een verkleinwoord gebruiken en voor jongens niet)' vergelijkt met een manipulatietechniek. Wat voor de een 'n 'spontane expressie' is, is voor de ander een vorm van uitsluiting. Van uitsluiting wordt niemand gelukkig, dus laten we dat dan ook alsjeblieft niet doen met mensen die zich anders identificeren als man of vrouw.

Hartelijke groet,

Max
Wim van de Riet
14
October
2023
De term 'neuroqueer' komt uit het warrige gedachtegoed van Nick Walker (zie https://neuroqueer.com/neuroqueer-an-introduction/). Hij omschrijft 'neuroqueer' als: 'the practice of queering (subverting, defying, disrupting, liberating oneself from) neuronormativity and heteronormativity simultaneously.' Dat is toch niet helemaal hetzelfde als slechts 'queer [zijn] en [...] adhd of dyslexie [hebben]'. Wat Walker, werkzaam aan het kwakzalverinstituut 'California Institute of Integral Studies', precies bedoelt, is ook niet zo relevant. Wel is het zorgelijk dat een Fontysdocente zo losjes omspringt met diagnostische categorieën en kennelijk niet inziet dat zij hiermee ook een doorgeefluik is voor onwetenschappelijke onzin.