Infectiepreventiequiz

JavaScript isn't enabled in your browser, so this file can't be opened. Enable and reload.

Onder de deelnemers van de infectiepreventiequiz worden prijzen verloot. Laat aan het einde van de quiz je naam en e-mailadres achter en wie weet win jij één van de prijzen!

1. Hoeveel besmettingen tussen mensen ontstaan via de handen? *

1 point

25%

55%

80%

95%

2. Als je je handen wast met water en zeep, hoe kun je dan het beste je handen drogen? *

1 point

a. Met een handdoek

b. Met een papierendoekje

c. Met een handendroger

d. Aan de lucht en je kleren

3. Waar bevinden zich de meeste bacteriën op je handen? *

1 point

a. Tussen je vingers

b. Op je handpalm

c. Op je vingertoppen en onder je nagels

d. Op je handrug

4. Hoe lang na het handen wassen zijn je handen opnieuw gekoloniseerd door bacteriën en virussen? *

1 point

a. Na enkele minuten

b. Na 15 minuten

c. Na 30 minuten

d. Na een uur

5. Tegen welk organisme kan de patiënt effectief worden beschermd door toepassing van handhygiëne? *

1 point

a. Clostridium difficile

b. MRSA

c. Norovirus

d. Alle bovenstaande

6. Hoe kunnen bacteriën bij toiletgebruik door de lucht worden verspreid? *

1 point

a. Door grote druppels bij diarree

b. Verontreinigd wc-papier

c. Door de vorming van aerosolen bij het doortrekken

d. Door het niet wassen van de handen

7. Hoe lang kunnen bacteriën gemiddeld overleven op een oppervlakte? *

1 point

a. 12 uur

b. 24 uur

c. 48 uur

d. 72 uur

8. Welk micro-organisme heeft altijd levende cellen nodig om zich te vermenigvuldigen? *

1 point

a. Bacterie

b. Schimmel

c. Virus

d. Protozo

9. Welke bacterie is een multiresistente bacterie? *

1 point

a. Clostridium botulinum

b. Salmonella

c. MRSA

10. In welk land komt MRSA het meeste voor? *

1 point

a. Nederland

b. Verenigd Koninkrijk

c. Zweden

d. Griekenland

11. Hoeveel keer méér gevoeliger voor het ontstaan van infectie is weefsel bij de aanwezigheid van een vreemd lichaam, zoals bijv. een katheter of infuus? *

1 point

a. 5

b. 50

c. 500

d. 5000

12. Wat is antibioticaresistentie? *

1 point

a. Het ongevoelig worden van bepaalde bacteriën voor de werking van een of meer antibioticasoorten

b. Het ongevoelig worden van antibioticasoorten voor bepaalde bacteriën

c. Het ongevoelig worden van een virus voor de werking van een of meer antibioticasoorten

13. Waar staat de afkorting BRMO voor? *

1 point

a. Bacteriële resistente micro-organismen

b. Bijzonder resistente micro-organismen

c. Behoorlijk resistente macro-organismen

14. Wie kan multiresistente bacteriën oplopen? *

1 point

a. Alleen mensen met een verminderde weerstand

b. Iedereen

c. Voornamelijk kinderen

d. Voornamelijk ouderen

15. Welke van de volgende momenten behoort niet tot de "5 momenten van handhygiëne"? *

1 point

a. Voordat een patiënt wordt aangeraakt

b. Nadat een patiënt wordt aangeraakt

c. Voor een aseptische handeling

d. Na fysiek contact met de omgeving van de patiënt

e. Na het instellen van een infuus

16. Hebben de meeste landen in de oostelijke mediterrane regio een nationaal infectiepreventie programma? *

1 point

a. Ja

b. Nee

17. Hoe worden de meeste zorg gerelateerde infecties overgedragen op patiënten? *

1 point

a. Via de handen van zorgmedewerkers

b. Door vieze badkamers

c. Door het eten

18. Hoe lang moet je je handen desinfecteren volgens de World Health Organization? *

1 point

a. 10-15 seconden

b. 20-30 seconden

c. 60 seconden

Wat is je naam?

Wat is je e-mailadres?

Submit

Clear form

Never submit passwords through Google Forms.

This content is neither created nor endorsed by Google. Report Abuse - Terms of Service - Privacy Policy

Forms