Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Stilte na de storm: zo gaat het met de nakomelingen van de Anne Frankboom

Zes zaailingen van de Anne Frankboom op begraafplaats De Nieuwe Ooster.Beeld Mariet Dingemans

Een tonderzwam maakte in 2006 wereldnieuws van de Anne Frankboom. Irene Stengs deed onderzoek naar het ziekbed van de beroemdste witte paardenkastanje ter wereld, en zocht meteen uit wat er gebeurde met zijn nakomelingen.

In haar werkkamer op het Meertens Instituut ligt in een vitrinekast het ‘heilig afval’, zoals Irene Stengs de verzameling omschrijft. Een paar stukjes van de Berlijnse muur, een oranje muts die herinnert aan de traditie van de nieuwjaarsduik. In een glazen kistje liggen een paar verschrompelde kastanjes en een plak van de dikrandtonderzwam die de Anne Frankboom noodlottig werd. “Gekregen van een bevriende bioloog,” zegt Stengs. “Hij kreeg indertijd van de boomverzorger het verzoek om de zwam te determineren. Bij mijn aanstelling als bijzonder hoogleraar deed hij mij een stukje cadeau.”

Een plak van de tonderzwam die de Anne Frankboom noodlottig werd is in het bezit van onderzoeker Irene Stengs.Beeld Mariet Dingemans

Stengs koestert de plak zwam als een kostbaar kleinood, als een onderdeel van een bijzondere geschiedenis. De mondiale verering van de witte paardenkastanje in de tuin achter het Achterhuis is het onderwerp van een artikel van haar hand dat net is verschenen in het Britse Journal of the Royal Anthropological Institute. Het is een fascinerend, verbijsterend en soms hilarisch verslag van het onderzoek dat de antropoloog deed naar het ziekbed van een wereldberoemde Amsterdamse boom, en alle emoties die dat losmaakte.

Die emoties zijn misschien wel leidend in het verhaal. “Emoties zweven rond en hechten zich aan een mens of een voorwerp,” vertelt Stengs, die eerder publiceerde over de heiligverklaring van volkszanger André Hazes na diens overlijden. “Dan gebeurt er plots iets bijzonders. Wij kennen in Nederland geen traditie van kastanjeboom-verering, maar dit was de boom waarover Anne Frank schreef in haar dagboek. De sacraliteit van Anne straalt af op haar dagboek, op het Achterhuis én op de boom die zij met haar ogen heeft aangeraakt. Het zijn onderdelen van haar verering.”

Shinto-ceremonie

Door de connectie met Anne Frank heeft de paardenkastanje in de tuin van Keizersgracht 188 na de oorlog steeds op speciale aandacht mogen rekenen. In 1972 komt de buurt in verzet tegen de plannen van makelaar Rappange om een muur te laten bouwen in de tuin van zijn kantoor. Samen met het Anne Frank Huis huurt Rappange een boomverzorger in om onderzoek te laten doen naar de mogelijke gevolgen voor de wortels. Die vallen mee en het muurtje kan er komen. Stengs: “Vanaf dat moment stond de boom publiek bekend als de Anne Frankboom.”

Ook uit de verzameling van Stengs: v.l.n.r. kastanjes van de Anne Frankboom, een in plastic gegoten kastanje van de boom en een echtheidscertificaat, uitgegeven door makelaar Rob Rappange.Beeld Mariet Dingemans

In 1993 stelt het stadsbestuur boomverzorger Henk Werner van Pius Floris aan als lijfarts van de Anne Frankboom. Aanleiding zijn zorgen over de conditie van de kastanje. Een lek in een ondergrondse olietank heeft de grond vervuild. Werner is ook de eerste die melding maakte van de donderzwam, een parasiet die groeit op zieke of verzwakte bomen. Het lukt niet om de schimmel weg te krijgen, ook niet met alternatieve therapieën zoals het begraven van duizenden tenen knoflook of een Japanse shinto-ceremonie om de harmonie in de boom te herstellen.

In 2005 laat de boomverzorger in een rapportje aan de gemeente weten dat het einde van de boom nabij was. Op dat moment is er nog geen sprake van paniek. “In overleg met de gemeente heeft Werner een aantal stekjes genomen van de boom. Die gingen naar een boomkwekerij in Groningen om daar te worden opgekweekt. Het plan was om de boom na de kap te vervangen door een van de stekken. Er werden ook kastanjes geplant voor een project van het Anne Frank Huis. Alle scholen die naar Anne Frank waren vernoemd, konden een zaailing krijgen.”

Boomverzorger Johan Mullenders en onderzoeker Irene Stengs op De Nieuwe Ooster, bij een nakomeling die in Groningen is opgekweekt uit de stekken van Henk Werner.Beeld Mariet Dingemans

Kettingzaag

Alles verandert als het voornemen tot de kap en een ceremoniële herplanting eind 2006 naar buiten wordt gebracht. Het nieuws veroorzaakt een golf van protest. In het Stadsarchief vond Stengs de honderden mails die burgemeester Job Cohen uit binnen- en buitenland kreeg. “Er kwam van alles bij hem binnen, van alternatieve bestrijdingsmethoden tegen de schimmel tot verzoeken om een stukje boom. Het plan was om die na de kap te versnipperen. Er kwamen suggesties om er potloden van te maken, vogelhuisjes, gitaren of papier voor nieuwe edities van het dagboek.”

Het bericht dat de kettingzaag in aantocht is, zet ook omwonenden van de boom in beweging. Iedereen begint kastanjes te verzamelen. Een van de buren zet een exemplaar op eBay en weet hem te verkopen aan een Amerikaan voor 10.000 dollar. Stengs spreekt later met makelaar Rob Rappange, die de kastanjes uit zijn tuin in 2007 had gebruikt voor een relatiegeschenk. “Hij had nog een doos met kastanjes op kantoor staan. Hij vertelde me lachend dat hij die doos toen toch maar op zijn eigen kamer had gezet, toen duidelijk werd dat de kastanjes kennelijk een enorm bedrag leken te vertegenwoordigen.”

Irene Stengs met kastanjes van de Anne Frankboom: ‘Er gaan verhalen over kinderen die in de jaren negentig al kastanjes van de Anne Frankboom verkopen op de vrijmarkt.’Beeld Mariet Dingemans

Het verzet krijgt ook grimmige trekken. Een buurtbewoner omschrijft het kappen van de kastanje als opnieuw een verraad van Anne Frank, en er worden meer vergelijkingen gemaakt tussen het lot van de boom en het lot van de Joodse gemeenschap tijdens de oorlog. “Het redden van de boom werd voor de tegenstanders een persoonlijke opdracht. Het werd een strijd om het behoud van Joods cultureel erfgoed in tijden van barbarij en onverschilligheid. Zo kreeg de kwestie een enorme morele en emotionele lading.”

Boom met korset

In Amsterdam stappen tegenstanders van de kap naar de rechter. Die oordeelt dat het vellen van de boom een ultieme remedie is. Eerst moeten alle alternatieven worden bekeken. Dat leidt tot de oprichting van een actiegroep: Support Anne Frank Tree (SAFT). Volgens een second opinion door nieuwe boomverzorgers kan de boom nog zeker vijf tot tien jaar mee. Daarvoor is het wel nodig dat de verzwakte boom een ‘korset’ krijgt, een ingenieuze en kostbare stalen constructie die hem kan ondersteunen.

“Het was een vreselijk ingewikkelde situatie. De eigenaar van de boom was aansprakelijk voor de schade, mocht de boom onverhoopt omvallen. Na intensieve onderhandelingen onder leiding van een mediator werd afgesproken dat SAFT die verantwoordelijkheid zou overnemen. De gemeente ging akkoord met het korset. Dat was een enorme operatie. Alle materieel en materiaal moesten in de binnentuin worden getakeld. De heipalen gingen 23 meter de grond in om de hele constructie te kunnen dragen. Weet je trouwens wie de mediator was? Eberhard van der Laan.”

Het kost SAFT weinig moeite de benodigde gelden bij elkaar te krijgen. Op een benefietgala in 2008 worden bij opbod zaailingen verkocht, net als foto’s, schilderijen en pentekeningen van de Anne Frankboom. De bedreigde boom blijkt geld waard. In 2009 krijgt het Joods Nationaal Fonds in Israël 517 kastanjes uit de tuin van makelaar Rappange. Ze worden voor 500 euro per stuk verkocht voor het goede doel, met een certificaat van echtheid. “Er gaan verhalen over kinderen die in de jaren negentig al kastanjes van de Anne Frankboom verkopen op de vrijmarkt.”

Een jaar later, op 23 augustus, valt de zieke boom alsnog om. “Er trok een zomerstorm over Amsterdam. In de hele stad sneuvelde één boom en dat was de Anne Frankboom. In 2010, zoals Henk Werner in zijn rapport aan de gemeente had voorspeld.” Voor haar onderzoek heeft Stengs uitgebreid met Werner gesproken, net als met Rob van der Leij, de inmiddels overleden aannemer uit Noord die het boomkorset aanbracht. “Voor beiden geldt dat ze ontzettend veel over zich heen hebben gekregen,” vertelt de onderzoeker. “Het is ze niet in de koude kleren gaan zitten.”

Van der Leij komt na de val van de boom in conflict met SAFT. Hij heeft het hout weggetakeld en opgeruimd en voor die werkzaamheden een rekening gestuurd, die het bestuur weigert te betalen. “Van der Leij heeft het hout, bij elkaar 25 ton, op zijn bedrijf in containers opgeslagen. Dat kwam hem prompt op het verwijt te staan dat hij de boom in gijzeling hield.” Uiteindelijk is het hout aan het Joods Museum in Frankfurt geschonken, waar het nog steeds op een bestemming wacht. Van der Leij doet zijn verhaal in een boekje dat wordt geschreven door ene Arno van Kastanje.

Groningse nazaten

“Dit zijn ze,” zegt boomverzorger Johan Mullenders op De Nieuwe Ooster. Met een golfkarretje heeft hij ons over de begraafplaats gereden om halt te houden bij een veldje met zes kastanjebomen die samen een kring vormen. De bomen zijn de nakomelingen die in Groningen zijn opgekweekt uit de stekken van Henk Werner. “Ze doen het goed,” zegt Mullenders over de bomen die in 2005 zijn geplant. “We zijn met kastanjes altijd beducht voor de mineermot en de bloedingsziekte, maar tot op heden gaat het goed.”

De bomen staan er onopvallend bij. Aan een hangt een klein bordje met de mededeling dat het hier gaat om nakomelingen van Anne Frank. “Dat is een kenmerk van de verering,” zegt Irene Stengs tussen de bomen. “Als je er geen bordje aan vastmaakt, blijft er een gewone boom over.” Een aantal nakomelingen is inmiddels geadopteerd voor een klein geldbedrag dat wordt gebruikt om het arboretum op de begraafplaats te onderhouden. Het veldje wordt ook gebruikt om op speciaal verzoek de as van een overledenen uit te strooien.

In de tuin aan de Keizersgracht is nooit een nieuwe Anne Frankboom gekomen. De nakomelingen hebben zich echter over de hele wereld verspreid. De Groningse nazaten, een kleine honderd stuks, vonden hun weg naar Anne Frankscholen en -centra over de hele wereld. In de Verenigde Staten zijn ze onder meer terug te vinden in de tuin van het Capitool en het Liberty Park, dat na de aanslagen op de plek van de Twin Towers werd ingericht. De kleine tweehonderd bomen die overbleven, hebben een plek gekregen in het Amsterdamse Bos. Anoniem, op verzoek van het Anne Frank Huis.

Uit Groningen komen geen nakomelingen meer. Wel uit het Brabantse Sint-Oedenrode, vertelt Stengs, waar bij boomkwekerij Van den Berk een verzameling kastanjes uit de nalatenschap van SAFT is beland. In samenwerking met de stichting ElemenTree en Stichting Wereldboom levert de kwekerij Anne Frankbomen – gechipt en voorzien van een certificaat van echtheid – aan gemeenten en scholen in binnen- en buitenland. Daarvoor moet wel een verzoek worden ingediend: de nieuwe plek van de herdenkingsboom moet passend zijn.

Zo leeft de Anne Frankboom voort. Met de aantekening dat de nazaten geen exacte kopieën zijn van de oorspronkelijke boom. Stengs maakt een vergelijking met het onderwerp van haar eerdere onderzoek. “Een stek levert een kloon op van André Hazes. Dré junior en Roxeanne zijn zaailingen. Zo is het ook met de boom. De gestekte bomen zijn identiek, de zaailingen het product van een bevruchting.” Op de stronk van de echte boom groeit nu een jonge scheut, vertelt de antropoloog lachend. “Eigenlijk niks bijzonders, maar we hebben het hier natuurlijk wel over de stronk van de Anne Frankboom.”