Direct naar artikelinhoud
reconstructieNertsenfokkerijen

2,6 miljoen nertsen zijn vergast vanwege corona. Wie of wat bracht het virus naar de fokkerijen?

Een nerts in een nertsenfokkerij in Ederveen.Beeld ANP

Meer dan de helft van de nertsensector in Nederland is weggevaagd sinds de uitbraak van covid-19. En ondanks alle maatregelen stopt het maar niet. Wie of wat besmet toch al die nertsenbedrijven?

Ondanks alle verscherpte hygiëne- en andere coronabestrijdingsmaatregelen blijft de teller van het aantal besmette nertsenbedrijven in Nederland gestaag oplopen. Vorige week (6 oktober) maakte het ministerie van Landbouw de 63ste en 64ste besmetting bekend: twee nertsenfarms in Noord-Limburg. Daarmee is al ruim de helft van de nertsensector in Nederland door corona weggevaagd – in april (vóór de ruimingen) telde het CBS nog 110 bedrijven met ruim 700 duizend moederdieren. Inmiddels zijn ruim 440 duizend moederdieren en circa 2,2 miljoen pups (jongen) wegens corona vergast.

De brandhaarden in de nertsensector lijken niet te blussen. Hoe komt dat toch?

Daarover breken het ministerie van Landbouw en experts van het Outbreak Management Team Zoönosen zich al maanden het hoofd. Een ‘consortium van partners’ doet daar onderzoek naar, bestaande uit epidemiologen van de Universiteit Utrecht, virologen van de Erasmus Universiteit Rotterdam, bioveterinaire experts van Wageningen Universiteit, medewerkers van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in Utrecht. De faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht is projectleider.

De complotdenkers: het zijn de nertsenfokkers zelf, of anders de dierenactivisten

Sommige volksvertegenwoordigers van D66, dierenactivisten en andere critici van de nertsensector hebben gesuggereerd dat de nertsenfokkers hun bedrijven zelf met opzet (laten) besmetten. Want de prijzen van de pelzen zijn op de wereldmarkt zo laag, dat het financieel aantrekkelijk zou zijn om je bedrijf te laten ruimen en een ruimingsvergoeding van de overheid te incasseren.

Het klopt dat de ruimingsvergoeding wellicht hoger is dan de marktprijs, hoewel die op dit moment moeilijk is vast te stellen. Daar staat tegenover dat ondernemers de nertsenpelzen ook enkele jaren kunnen bewaren in afwachting van betere marktprijzen. Bovendien worden bij een ruiming niet alleen de pups (die de pelzen leveren) maar ook alle moederdieren gedood. Daardoor worden in één keer alle foklijnen vernietigd die fokkers in de loop van de jaren of zelfs decennia hebben opgebouwd.

De onderzoekers sluiten opzet door nertsenfokkers uit. De Utrechtse veterinair epidemioloog Francisca Velkers heeft de afgelopen maanden geregeld bij hen aan de (virtuele) keukentafel gezeten. ‘Die mensen zijn ­helemaal van streek’, zegt ze. ‘Hun foklijn is na decennia opeens kapot. Ook al moeten ze sowieso per 2024 stoppen, ze dachten nog enkele jaren mooie pelzen te produceren.’

Haar collega Lidwien Smit wijst tevens naar Denemarken, waar inmiddels ook 51 nertsenbedrijven besmet zijn geraakt. ‘In Denemarken wordt niet eens geruimd, dus daar is geen enkele finan­ciële prikkel’, zegt ze. ‘De Denen hebben dezelfde vragen als wij.’ Pas deze maand heeft de Deense overheid besloten alsnog tot ruimingen over te gaan.

Ook minister Carola Schouten van Landbouw heeft geen aanwijzingen voor opzet, maar laat de inlichtingen- en opsporingsdienst IOD hier nog wel onderzoek naar doen. De koepel van nertsenfokkers NFE wijst elke suggestie van opzet verontwaardigd van de hand, maar werpt tevens de vraag op of het geen dierenactivisten zijn die achter de besmettingen zitten. Volgens de NFE zijn er bij meerdere fokkerijen ‘verdachte’ personen of auto’s gesignaleerd – de woordvoerder onderstreept niemand te willen beschuldigen, maar wil wel dat de overheid ook hiernaar onderzoek doet.

Een besmette nertsenfokkerij in Gemert-Bakel wordt geruimd.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskarnt

Onderzoeker Velkers denkt ook niet dat dierenactivisten achter de besmettingen zitten. ‘Het is ook de vraag hoe je een bedrijf opzettelijk met corona kunt besmetten’, stelt ze. ‘Het is geen shotje virus dat je even ­tegen de kop van een nerts sproeit. Dan zou een activist eerst moeten inbreken bij een besmet bedrijf om het virus naar een ander bedrijf te brengen – en daar dus opnieuw moeten inbreken. Maar zolang wij niet een bevredigende andere verklaring voor de verspreiding hebben, blijf je dit soort speculaties horen’, aldus Velkers.

De wegstrepers: het zijn de (Oost-Europese) werknemers die zich niet zo nauw aan de coronaregels hebben gehouden

In het onderzoek naar mogelijke besmettings- en transmissieroutes is het feitelijk een kwestie van afstrepen geweest. Bij een aanzienlijk deel van de bedrijven is onderzocht, door interviews en het raadplegen van documenten en registers, welke recente contacten er zijn geweest die de besmetting kunnen verklaren. Er is gekeken naar voer, voertuigen, huisdieren en verwilderde katten op bedrijven, gebruikte materialen en zelfs transmissie via de lucht. Al die onderzoekspistes leverden nog geen resultaat of aanwijzingen op, maar het onderzoek gaat nog altijd door. ‘Daarmee blijft de mens waarschijnlijk de belangrijkste verspreidingsbron tussen bedrijven’, concludeerde het Outbreak Management Team Zoönosen.

Uit een gedetailleerde analyse van de uitbraak onder de eerste 16 nertsenbedrijven bleken zeker 66 werk­nemers en eigenaren (en 11 verwilderde katten) besmet te zijn geraakt via hun nertsen – zij hadden dezelfde ‘nertsenvariant’ van het virus als de dieren. Het team van viroloog Marion Koopmans (Erasmus MC) ontdekte vijf clusters (typen) van het ‘nertsenvirus’. Dat duidt erop dat het ­virus in het begin al zeker vijf keer is overgegaan van mens naar nerts.

De onderzoekers schetsen een beeld van een borrelend kweekvat: een mens besmet een nerts, die vervolgens heel veel andere nertsen besmet – marterachtigen zijn zeer bevattelijk voor het virus. Die nertsen besmetten daarna ook weer andere mensen en zwerfkatten in het bedrijf. ‘In de boom van aftakkingen is de bron wel de mens’, zegt Velkers. ‘Daarna springt het van dier naar dier, en soms ook weer op de mens.’

Het bron- en contactonderzoek werd in het begin echter bemoeilijkt door de slechte registratie van de werknemers, deels bestaand uit arbeidsmigranten die veelal tijdelijk op het erf van de nertsenfokkerij wonen en bij drukke werkzaamheden soms rouleren tussen bedrijven. Dat maakte het lastig om contacten tussen bedrijven in kaart te brengen. ‘Sommige werknemers waren alleen bekend bij hun voornaam’, aldus Smit. ‘Anderen waren allang weer terug naar Polen.’

Ook werd geconstateerd dat meerdere werknemers het niet altijd even nauw namen met de hygiëneregels, zoals het dragen van een mondkapje. ‘Bij warm weer bleven ze soms af, of hingen ze onder de kin’, aldus Smit. Na het aanscherpen van de hygiëneprotocollen en aanhoudende infecties, kwam daar wel verbetering in. Opmerkelijk is dat de geïnfecteerde werknemers en eigenaren geen andere mensen in de omgeving van de nertsenbedrijven hebben aangestoken. ‘Besmette inwoners in hetzelfde postcodegebied van een besmette nertsenfarm hadden niet datzelfde type nertsenvirus – die hadden andere varianten’, aldus Velkers. ‘Dus het verspreidt zich niet verder buiten de bedrijven. Het blijft in de nertsenwereld.’

Toch is het nog te vroeg om de schuld voornamelijk bij de werk­nemers te leggen. Want het nertsenseizoen kent enkele drukke werk­perioden, zoals bij de geboorte van de pups in mei, het vaccineren in juni en het spenen daarna. Bij die werkzaamheden komen werknemers het dichtst in contact met de dieren. ‘Eind juli is het allemaal wel klaar, wordt er alleen nog maar gevoerd en is het slechts wachten op het pelzen in ­november’, zegt Velkers. ‘We zijn nu eind september en nog steeds worden er nieuwe besmettingen gemeld.’

Zij is bij bedrijven geweest die al weken in lockdown zaten en hun werknemers naar huis hadden gestuurd. ‘Die nertsenhouders verzekerden me: we hebben echt niemand over de vloer gehad. En toch is daar opeens het virus’, aldus Velkers. ‘Veel bedrijven gaan nu potdicht, want in november begint het pelzen’, beaamt collega Smit.

Nog een onzekere factor: bij verschillende besmette bedrijven van dezelfde eigenaar (waar mogelijk ook dezelfde werknemers actief zijn) werd niet altijd dezelfde ‘nertsenvariant’ van het virus geconstateerd. Zo behoort het virus dat is gevonden bij meerdere bedrijven van een nertsenfokker in Oost-Brabant tot drie verschillende varianten . Ook bedrijven die pal naast elkaar liggen, bleken soms heel andere clusters te hebben.

‘We proberen te begrijpen wat er met de nertsen aan de hand is’, aldus Velkers. ‘Maar onze voorgaande theorieën gaan steeds onderuit.’

De doordenkers: het is het virus, dat al een tijdje in een hoekje van de nertsenstal heeft liggen ‘sudderen’ voordat het losbreekt

Dat is de ‘meest waarschijnlijke verklaring voor de laatste gevallen die worden onderzocht’, zeggen de onderzoekers: het virus is mogelijk in de drukke periode via de mens binnengebracht en breekt nu pas in volle ­hevigheid los in de nertsenstal. ‘Het kan zijn dat het virus in bedrijven die nu en vorige maand besmet raakten, al heel lang heeft liggen sudderen’, aldus Velkers. ‘Het hangt ergens rond of zit stil in een hoekje en grijpt nu pas in volle omvang om zich heen.’ Haar collega Smit: ‘Het kan zijn dat in juli al infectie op bedrijven zijn ontstaan die we nu pas oppikken.’

Maar waar en waarin houdt het virus zich dan koest? ‘We nemen nu van meer dieren monsters verdeeld over het hele bedrijf om te kijken of het ­virus mogelijk plaatselijk al langer aanwezig is geweest’, aldus Velkers. Het kan een verklaring zijn voor de al maar voortgaande reeks besmettingen in de nertsensector, ondanks alle hygiëne- en andere maatregelen die nertsenfokkers zeggen genomen te hebben – eind augustus werden de regels voor de sector nog extra aangescherpt.

Toch blijft ook de vraag waarom het ­virus vooral toeslaat in Oost-Brabant en Noord-Limburg. Dat is weliswaar een concentratiegebied met de meeste nertsenhouderijen – zo zijn in de voormalige ‘nertsenhoofdstad ­Gemert-Bakel inmiddels alle 17 bedrijven geruimd. Maar de fokkers in de rest van Nederland zijn vooralsnog gespaard gebleven. Hebben zij hun hygiënemaatregelen beter op orde of hebben ze gewoon geluk gehad? Ook in Denemarken is erg plaatselijk een groot aantal bedrijven dicht bij elkaar besmet geraakt, terwijl de rest van het land vrij is gebleven.

‘De whodunnit is nog niet opgelost’, besluit Velkers. ‘Het onderzoek gaat verder.’

Lees ook

Het kabinet trekt 182 miljoen euro uit om 110 nertsenbedrijven vervroegd te laten stoppen. Dat is 1,65 miljoen per fokker. Is dat een goudgerande compensatieregeling of een fooi?

Het is de meest verguisde intensieve veehouderij van Nederland: de nertsenfokkerij. Maar sommige fokkers zijn er wel multimiljonair mee geworden en staan zelfs in de Quote-500.

Geen grote grijpers met dode dieren, geen af en aan rijden van vrachtwagens. De ruiming van de nertsen gebeurt in betrekkelijke rust in en buiten de stallen.

Na besmetting nummer 33 neemt de druk op Schouten toe om alle nertsenfarms te ruimen. ‘Iedereen is verbijsterd dat het allemaal zo lang moet duren.’