ESSAY

Wie wil er nou geen water op zijn dak?

Marie Morel en Andrew Switzer over samenwerken aan blauw-groene daken

Steeds vaker worden steden geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. Door grotere en hevigere regenbuien nemen overstromingen van de riolen toe en stijgende temperaturen zorgen voor hittestress en verlies aan biodiversiteit. Klimaatadaptatie – het aanpassen van de stedelijke omgeving aan deze gevolgen – staat steeds hoger op de politieke agenda (zie bijvoorbeeld de Strategie Klimaatadaptatie Amsterdam). Hoewel er al veel technische maatregelen voor klimaatadaptatie bestaan is het implementeren van deze technische innovaties vaak een grote uitdaging. Voor de uitvoering zijn verschillende actoren nodig, zowel publiek als privaat. Klimaatadaptatie vraagt dan ook niet alleen om technische innovatie, maar juist ook om nieuwe samenwerkingsvormen. Met het samenbrengen van verschillende actoren in een gezamenlijk innovatieproject is samenwerking namelijk nog niet vanzelfsprekend. Verschillende perspectieven, waarden, belangen en kennisniveaus maken het samenwerken niet vanzelfsprekend. Aandacht besteden aan deze cruciale elementen is essentieel, zo blijkt ook in het RESILIO-project waarin slimme blauw-groene daken in Amsterdam worden aangelegd.

Een slim blauw-groen dak is een voorbeeld van een klimaatadaptieve innovatie gericht op het voorkomen van wateroverlast zoals overstromende riolen. In de kern is het een groen dak met daaronder een krattensysteem dat water opslaat en via een zogenaamde ‘dakstuw’ gefaseerd kan lozen (zie kader 1). Zo kunnen vele (relatief) kleine waterbergingen op daken bij hevige regenval voorkomen dat de capaciteit van het riool wordt overbelast doordat water langer wordt vastgehouden op het dak. Bij langdurige droogte kan het vastgehouden water de vegetatie groen houden en blijven koelen. Dit komt ten goede aan de vegetatie op het dak en daarmee ook aan de stedelijke biodiversiteit. Door de verdamping van het water via de vegetatie vindt er ook koeling van het dak plaats. In de stad en de gebouwen die steeds meer met hittestress te maken krijgen kan dat een aantrekkelijke extra functie en kwaliteit bieden. Op het dak van het Benno-Premselahuis van de Hogeschool van Amsterdam werd op 2 juli het eerste blauw-groene dak van het RESILIO-project geopend: het Innovatie Lab. In de loop van het RESILIO project wordt nog eens 8.000 vierkante meter aangelegd op daken die in het bezit zijn van drie woningcorporaties (zie kader 2). Daarnaast kan nog ten minste 2.000 vierkante meter dak gerealiseerd worden op daken van particulieren, VvE’s en bedrijven via de Subsidieregeling Blauw-groene Daken Amsterdam. Voor het slagen van de implementatie van blauw-groene daken in het RESILIO-project is samenwerking tussen traditionele actoren op het gebied van watermanagement (gemeenten en waterbeheerders) en nieuwe actoren op het speelveld (woningcorporaties en particulieren) nodig. Concreet gaat het om de aanleg en beheer van de daken maar ook het zogenaamde microwatermanagement; het bepalen van de hoeveelheid water die wordt opgeborgen en het intelligent bepalen op welk moment en hoeveel water er weer wordt geloosd.

Onzekerheid over de innovatie

In elk innovatieproject is er enige onzekerheid over de potentie van de innovatie. Er zijn nog maar 25 blauw-groene daken aangelegd, met name in Nederland en enkelen in Italië, België en de Verenigde Staten. Hoewel er al metingen zijn verricht op onder andere het ‘Smartroof 2.0’ op het Marineterrein, wordt ook in RESILIO onderzoek gedaan naar wat de precieze effecten zijn van deze innovatie. Onderzoek richt zich op de invloed van een blauw-groen dak op de temperatuur op en onder het dak en de temperatuur van het dakoppervlak. Er lopen dus tegelijkertijd twee onderzoeken: één gericht op de techniek van het dak en de ander gericht op de mogelijke implementatie van slimme blauw-groene daken in de stad. Daar zit logischerwijs een spanningsveld tussen. Voor de ene partij is de techniek al bewezen en is deze duidelijk een verbetering van andere bestaande technieken. De partijen die de dakstuw hebben ontworpen, de dakdekker die dit soort daken al heeft aangelegd en Waternet, dat als stedelijk waterbeheerder mede aan de wieg heeft gestaan van de innovatie, hoeven niet overtuigd te worden van het belang van de aanleg van blauw-groene daken.

Voor andere partners is het echter nog niet helemaal duidelijk wat de daken precies doen of kunnen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de woningcorporaties. Die zijn minder bekend met de techniek en zien niet vanzelfsprekend de voordelen ervan voor de eigen organisatie. Zij doen mee om te onderzoeken of het voor hen wenselijk en haalbaar is om slimme blauw-groene daken op hun gebouwen te realiseren. Want of en waarvoor deze techniek een oplossing is, moet voor hen nog duidelijk worden. ‘Wat is dan precies het probleem met wateroverlast?’ vragen zij zich af. Hoewel de keuze voor buurten waar de RESILIO-daken aangelegd worden gebaseerd is op de regenwaterknelpunten kaart van Rainproof is het niet bekend bij alle woningcorporaties of hun bewoners en in het verlemgde daarvan zij zelf hier daadwerkelijk last van hebben. Tot dusver is er bijvoorbeeld nog weinig bekend over schade aan de gebouwen door wateroverlast. De informatie die zij nodig hebben om een afweging voor een blauw-groen dak te kunnen maken, verschilt dan ook van die van de gemeente en een waterbedrijf. Voor hen zijn de klachten van bewoners en de schade aan gebouwen vooral interessant.

Daarnaast wordt de mate waarin blauw-groene daken de beste oplossing zijn voor lokale wateroverlast niet onderzocht in het project, maar wel door partijen ter discussie gesteld. Waarom is het bijvoorbeeld logisch om water op een dak op te slaan en niet onder het gebouw? Zo stellen sommige partners de probleemdefinities en oplossingen ter discussie, waarover men al dacht consensus te hebben bij aanvang van het project. Dat dit gebeurt hangt voor een deel samen met de aanloop van het project. Tussen het ontwikkelen van het projectvoorstel en het starten van het project zijn partners en/of hun vertegenwoordigers veranderd. Vanzelfsprekend hebben diegene die later aansluiten hun eigen perspectief op - en vragen over - de probleemdefinities en oplossingen.

''Waarom is het bijvoorbeeld logisch om water op een dak op te slaan en niet onder het gebouw? Zo stellen sommige partners de probleemdefinities en oplossingen ter discussie, waarover men al dacht consensus te hebben bij aanvang van het project.''

Verschillende perspectieven op een blauw-groen dak

De waardering van blauw-groene daken en de urgentie van de problemen die zij oplossen is mede afhankelijk van de belangen van de verschillende partners. Het begint eigenlijk al met een idee over wat een ‘gewoon’ dak is. Een woningcorporatie ziet een dak niet als een gebruiksplek. Zij zullen niet snel geneigd zijn een dak toegankelijk te maken voor bewoners, bijvoorbeeld uit veiligheidsoverwegingen. De betrokken missie-gedreven organisaties voor klimaatadaptatie zien echter een heel andere invulling en gebruik van daken voor zich, waarin de blauw-groene daken bijvoorbeeld onderdeel worden van (semi) openbare ruimte. De probleemdefinitie van het project RESILIO is daarnaast weer met name gericht op het watersysteem. Voor de gemeente en Waternet zit hier de primaire urgentie. Zij zijn immers verantwoordelijk voor het waterbeheer. Voor de drie woningcorporaties is het riool echter veel minder een zorg. Naast dat hun grootste prioriteit is om betaalbare woningen te bieden, zijn zij vooral benieuwd naar hoe ze een bijdrage kunnen leveren aan klimaatadaptatie. Voor hen hebben de blauw-groene daken vooral de potentie om schade aan hun woningbezit te verminderen en een beter leefklimaat voor hun huurders te realiseren. Dit mag echter niet leiden tot grote stijgingen in de onderhoudskosten of de huur. Het is kortom niet vreemd dat bij de gezamenlijke zoektocht naar innovatie die verschillende belangen en perspectieven steeds naar voren blijven komen. De partners komen uit verschillende domeinen en hanteren, gegeven die verschillende achtergronden, verschillende perspectieven op een blauw-groen dak.

Niet zoeken naar consensus

Wat betreft de omgang met belangenverschillen is de noodzaak om klimaatinnovaties te koppelen aan andere, zelfs niet klimaat gerelateerde belangen, al lang onderwerp van discussie (zie van Buuren e.a. 2013). Een voor de hand liggende oplossing is dan op zoek te gaan naar de consensus of één gedeeld belang. Maar dat dit lukt is vaak illusoir, zeker als er straks (na afloop van het project) meer partijen betrokken raken. Vaak blijkt het kansrijker om te kijken naar hoe een oplossing kan worden ontwikkeld waar deze belangen zo goed als mogelijk vertegenwoordigd zijn, in plaats van naar één gedeeld doel, of één gezamenlijk belang toe te werken.

De vraag is hoe je dit zou kunnen doen. In RESILIO stelde één van de partners een ‘hard talk sessie’ voor om juist de belangen en mogelijke botsingen te identificeren. De hard talk sessie was aanleiding voor meer bijeenkomsten waar de samenwerking zelf steeds meer aandacht kreeg. Door juist de verschillen in kennis, perspectieven en belangen aandacht te geven, voor en tijdens het project, leren we meer over welke voorwaarden moeten worden gecreëerd om de technische innovatie te kunnen implementeren. Dat betekent ook rekening houden met het feit dat de vertegenwoordigers van de betrokken partijen ook tussentijds soms wisselen, waardoor nieuwe belangen en kennisbehoeftes ontstaan. Dit pleit voor een iteratieve procesmatige benadering waar er ruimte is om juist hierover te spreken. Zo kunnen er kennisvragen worden geformuleerd en een narratief over de oplossing worden ontwikkeld waarin partners zich kunnen herkennen. Dit vraagt om een forse maar noodzakelijke tijdsinvestering, die idealiter in innovatieprojecten vooraf expliciet moet worden opgenomen in alle fases: vanaf het eerste idee tot de planfase en de daadwerkelijke uitvoeringsfase. Het risico is anders dat de focus te veel op de uitvoering van de innovatie zelf ligt, wat het leerproces en de uiteindelijke implementatie in de weg staat.

De rol van onderzoek

Voor dat leerproces is de rol van het onderzoek essentieel. Dat moet zich dus niet alleen richten op de technische kant van de innovatie, maar juist ook op het proces van samenwerking. Het integreren van dit type onderzoek in innovatieprojecten maakt het mogelijk dat het direct kan worden gebruikt om te reflecteren op de samenwerking gedurende het project. Daarmee wordt het zowel gebruikt als ondersteunend instrument voor het projectmanagement als ook om lessen over proces en inhoud vast te leggen. Deze lessen kunnen waardevol zijn voor de opschaling in dezelfde stad maar ook in andere (buitenlandse) steden die overwegen met dezelfde innovatie aan de slag te gaan. In het RESILIO-project gaat het dan bijvoorbeeld om de aanbestedingsprocedures. Welke keuzes worden daar gemaakt? Wat is er ingewikkeld aan het uitvragen van een innovatie aan marktpartijen die nog niet bekend zijn met de nieuwe techniek? Ook op dat terrein moeten allerlei keuzes en besluiten worden gemaakt, die relevant zijn voor de samenwerking, de organisatie en de financiering.

De verschillende - soms botsende- belangen en perspectieven zijn kortom niet per definitie problematisch voor het verloop van een innovatieproject. In tegendeel, zij maken er juist een onoverkomelijk en cruciaal, maar nog ondergewaardeerd, onderdeel van uit. Het is dus vooral zaak om gedurende dit soort innovatieprojecten hier continu aandacht aan te blijven schenken om zo steeds dichter bij elkaar te komen. Een gedeelde kennisbasis ontwikkelen en gedeelde waarden formuleren zijn daar een belangrijk onderdeel van. Beschouw de consensus bij aanvang van dit soort trajecten dus niet als vanzelfsprekend, maar wees ervan bewust dat samenwerken vooral ook hard werken is.


Kader 1: Wat is een blauw-groen dak? Wat is een blauw-groen dak eigenlijk? Een combinatie van een dak met vegetatie en wateropslag. Onder de groene laag van het dak wordt een zogenaamde blauwe laag aangelegd, een reservoir van kratten (hoogte ongeveer 10cm) waarin regenwater kan worden opgeslagen. Door middel van een ‘slimme dakstuw’ kan het water geloosd worden. In RESILIO wordt een centraal/publiek ingeregeld BeslissingsOndersteund Syteem (BOS) ontwikkeld. Hiermee kan alle kennis over het stedelijke waterbeheer (type riolering, hemelwaterknelpunten, grondwater en oppervlaktewater etc) verbonden worden met korte, middellange weersvoorspelling en seizoensinvloeden. Via het BOS reageert de dakstuw op de weersverwachting en gaat op de juiste momenten automatisch open en dicht. Bijvoorbeeld als er veel regen aankomt of als het gaat vriezen wordt het water gefaseerd geloosd. Zo kan er nauwkeurig worden bepaald wanneer, waar en hoeveel water er moet worden afgevoerd of vastgehouden. Ook wordt het mogelijk om de slimme daken te verbinden door allerlei sensoren. Bijvoorbeeld in het riool, zodat we weten wanneer het een rustig moment is om het regenwater te lozen.

Naast ‘slim’ waterbeheer bieden blauw-groene daken diverse andere voordelen. Zo is het bodemvochtgehalte in de blauw-groene daksystemen door continue beschikbaar water stabiel. Dit een grotere variatie aan vegetatie mogelijk. Het blauw-groene daksysteem heeft een gemengde vegetatie van sedum, grassen en kruiden, terwijl het conventionele groen dak zich niet verder ontwikkelt dan het stadium van beginnende sedum planten. Ook kunnen blauw-groene daken bijdragen aan verminderd energiegebruik voor koeling en kan de hittestress in steden verminderen (zie voor meer informatie over de gemeten effecten (zie de website van Smartroof)). Bovendien wordt gedacht dat een blauw-groen dak langer meegaat dan een bitumen dak door minder blootstelling aan UV-straling.

Kader 2: Wat is Resilio? RESILIO is een innovatieproject gefinancierd door de Europese Unie. Het loopt van 2019 tot eind 2021. In het project wordt 10.000m2 aan slimme blauw-groene daken aangelegd op gebouwen van drie betrokken Amsterdamse woningcorporaties. Het onderzoek in het project richt zich op de klimaateffecten op gebouw-, buurt- en stadsniveau, maar ook op samenwerking en governance, businessmodellen en bewonersparticipatie. De gedachte is dat door effecten inzichtelijk te maken en oplossingen te ontwikkelen de implementatie van blauw-groene daken op een grotere schaal vergemakkelijkt kan worden. Woningcorporaties De Key, Stadgenoot en De Alliantie ontfermen zich over de realisatie van 8000 m2 aan blauw-groene daken boven sociale huurwoningen. Daarnaast kunnen particuliere huiseigenaren een subsidie ontvangen voor in totaal 2000 m2 aan blauw-groen dak.

De daken worden aangelegd op vijf locaties in Amsterdam: Kattenburg, Oosterparkbuurt, Indische Buurt, Slotermeer en de Rivierenbuurt. Deze buurten zijn gekozen omdat ze een groter risico lopen op wateroverlast (hemelwaterknelpunten) en schade als er veel regen valt. Er wordt meegelift op de renovatie- en vervangingsopgave van de daken. Overige partners zijn Rooftop Revolution, Waternet, Gemeente Amsterdam, Metropolder Company, Vrije Universiteit Amsterdam en Hogeschool van Amsterdam.

RESILIO staat voor 'Resilience nEtwork of Smart Innovative cLImate-adapative rOoftops', een samenwerking tussen de gemeente Amsterdam, Waternet, MetroPolder Company, Rooftop Revolution, HvA, VU, Stadgenoot, de Alliantie en De Key.

Het RESILIO project wordt mede gefinancierd uit het ERDF fonds van de Europese Unie via het Urban Innovative Actions programma (subsidienummer UIA03-093).

Joost Jacobi

MetroPolder company

Thomas van der Vlis

Woningcoporatie de Alliantie