Welzijn, telewerk en technostress: tien opvallende resultaten

HALFLEGE KANTOREN De bedrijven moeten zorgen dat de banden tussen de personeelsleden niet verwateren. © Getty Images
Myrte De Decker
Myrte De Decker redacteur bij Trends

Welzijn op het werk, het kan beter.

55 procent van de werkgevers weet niet wat een ESG- rapportage is of dat hun bedrijf dat doet. Bedrijven moeten verplicht berichten over hun beleid inzake milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur. Die ESG-rapportering zorgt ervoor dat een bedrijf vlot en transparant kan communiceren over zijn ecologische en sociale doelstellingen. Er zijn heel wat welzijnsgerelateerde onderwerpen die aansluiten bij het maatschappelijke deel van die rapportage. Bijvoorbeeld: hoe zorgt het bedrijf voor zijn mensen en hun werkomgeving? Welke initiatieven neemt het bedrijf op het gebied van gender-, BIPOC- en LGBTQ+-inclusiviteit? Hoe worden werknemers betrokken bij het bedrijf? Welk beleid voert het bedrijf inzake gegevensbescherming en privacy, maatschappelijke betrokkenheid, mensenrechten en arbeidsnormen?

53 procent van de werkgevers zegt dat ze een welzijnsbeleid hebben, maar 35 procent van hen is niet tevreden over wat er vandaag op tafel ligt. Meer nog: 34 procent gelooft dat het veeleer om windowdressing dan concrete acties gaat. Volgens de onderzoekers is dat geen verrassing. Welzijnsbeleid beperkt zich vandaag nog te vaak tot quick wins, zoals fruitmanden en fitnesslessen. Het werkt alleen als er ook een bredere omkadering is.

45 procent van de werknemers zegt dat ze meer begrip verwachten van hun leidinggevende als ze het mentaal moeilijk hebben dan in de periode voor de pandemie. Daarnaast verwachten ze extra initiatieven ter bevordering van het mentaal welzijn (47%) en de bevordering van de verbondenheid tussen collega’s (49%). “Logischerwijs veranderen verwachtingen door de jaren. Werknemers en leidinggevenden hebben een soort psychologisch contract. Maar door de gebeurtenissen van de afgelopen jaren is in korte tijd heel veel door elkaar geschud. Expliciteer de verwachtingen aan elkaar en sluit een nieuwe deal: dat is nu de opdracht.”

37 procent van de bevraagde medewerkers zegt dat werk vandaag niet centraal staat in hun leven. 34 procent zegt van wel en 29 procent weet het niet zeker. Werkgevers voelen een verschuiving: 46 procent van de bevraagde werkgevers denkt dat werk een minder centrale plaats inneemt in het leven van hun medewerkers dan vóór 2020. 50 procent gelooft dat hun medewerkers nu andere activiteiten belangrijker vinden dan het werk in vergelijking met vóór de pandemie. We zagen allemaal dat gezondheid en vrede niet vanzelfsprekend zijn, en velen onder ons vonden plezier in kleine dingen als wandelen en samenzijn. We genieten van de uitgespaarde uren dat we niet pendelen en hebben een betere werk-privébalans gevonden. Hebben we ons collectief herontdekt?

28 procent van de medewerkers zegt dat hun vertrouwen in de organisatie is gedaald. Dat is het dubbele van het aantal medewerkers van wie het vertrouwen is gestegen. Een kwart zegt minder vertrouwen te hebben in hun leidinggevende. “Dat hadden we niet verwacht, want tijdens de eerste jaren was het vertrouwen aanzienlijk toegenomen”, zeggen de onderzoekers. “Nu werknemers steeds minder mogen telewerken, ervaren sommigen dat allicht als een aantasting van het vertrouwen.”

58 procent van de werkgevers ligt wakker van de mentale gezondheid op de werkvloer. 57 procent van het vertrek van goede werknemers en 56 procent van de hoge werkdruk voor hun werknemers.

Bijna de helft van de werknemers en de werkgevers ervaren conflicten of spanning op de werkvloer. Bij de werknemers is dat 47,7 procent, bij de werkgevers 42,5 procent. Dat zijn onthutsende cijfers, maar Kathleen Vangronsvelt, professor arbeidspsychologie aan de Antwerp Management School, wijst er wel op dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen taak- en relatieconflicten. De eerste soort kan mensen uitdagen om tot een beter resultaat te komen. De tweede is persoonlijk en slecht nieuws. Om die conflicten op te lossen, moet de irritatie besproken kunnen worden, om eruit te leren.

86 procent van de vrouwen noemt een gebrek aan steun van de leidinggevende een belangrijke reden voor afwezigheid door stress, tegenover 74 procent van de mannen. Het is onduidelijk of ze daadwerkelijk minder gesteund worden, dat gevoel gewoon meer ervaren of dat ze meer steun nodig hebben die niet ingewilligd wordt.

54 procent van de vijftigplussers en 51 procent van de zestigplussers ervaart technostress. Ze noemen dat ook als een oorzaak voor afwezigheid. “De rol van technologie in het werk is de laatste decennia enorm versneld”, zegt senior onderzoeker Eva Geluk. “Organisaties kunnen bijvoorbeeld werken met een buddysysteem tussen jongere en oudere werknemers om de stress weg te nemen.”

70 procent van de werknemers zegt dat flexibiliteit in het telewerkbeleid meespeelt in de afweging of ze al dan niet voor een werkgever willen werken.

Ga terug naar het dossier Welzijn op het werk kan beter

Partner Content