Auteur: Rik van der Vliet, Jeanine van Wissen-Floris, Lucille Mattijssen, Jeroen Borghuis, Femke Bosman
Monitor Loonverschillen mannen en vrouwen, 2020

3. Kenmerken van de werknemer

Binnen zowel het bedrijfsleven als de overheid was in 2020 onder oudere werknemers sprake van een (ongecorrigeerde) loonachterstand onder vrouwen. Binnen de overheid is deze loonachterstand onder vrouwen op latere leeftijd zichtbaar en blijft deze achterstand geringer dan in het bedrijfsleven. Op jongere leeftijd verdienden vrouwen binnen de overheid meer dan hun mannelijke collega’s. Vrouwen zijn binnen de overheid hoger opgeleid dan mannen. In het bedrijfsleven is er nauwelijks een verschil in opleidingsniveau tussen mannen en vrouwen.

3.1 Leeftijd

Mannelijke en vrouwelijke werknemers hebben een andere leeftijdsverdeling. In tabel 3.1.1 is te zien dat onder vrouwelijke werknemers het aandeel met een leeftijd jonger dan 35 jaar iets groter is dan onder mannelijke werknemers. Mannelijke werknemers hebben daarentegen vaker dan vrouwelijke werknemers een leeftijd van 55 jaar of ouder. Deze asymmetrie in leeftijd is sterker aanwezig binnen de overheid dan binnen het bedrijfsleven. Ten opzichte van 2008 zijn de verschillen in de verdeling in leeftijd tussen mannen en vrouwen kleiner geworden. In 2008 was het verschil in het aandeel 55-plussers binnen de overheid bijvoorbeeld 11 procentpunten ten voordele van mannen (24 versus 13 procent); in 2020 is dit verschil afgenomen tot 8 procentpunten (29 versus 21 procent).

3.1.1 Banen van werknemers naar leeftijd
2008200820202020
ManVrouwManVrouw
Bedrijfsleven, aantal banenx 1 0003 5843 0853 6123 365
Bedrijfsleven, 15 tot 23 jaar% 14 17 15 17
Bedrijfsleven, 23 tot 35 jaar% 25 27 26 26
Bedrijfsleven, 35 tot 45 jaar% 25 25 19 18
Bedrijfsleven, 45 tot 55 jaar% 22 22 22 21
Bedrijfsleven, 55 tot 65 jaar% 13 9 18 17
Overheid, aantal banenx 1 000 494 511 454 590
Overheid, 15 tot 23 jaar% 3 3 4 3
Overheid, 23 tot 35 jaar% 18 27 23 27
Overheid, 35 tot 45 jaar% 22 27 21 25
Overheid, 45 tot 55 jaar% 33 29 23 25
Overheid, 55 tot 65 jaar% 24 13 29 21

Loonachterstand vrouwen ontstaat in het bedrijfsleven op jongere leeftijd 

Het verschil in leeftijd tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers verklaart deels waarom mannen gemiddeld een hoger uurloon hebben dan vrouwen. Uurlonen zijn namelijk hoger naarmate werknemers ouder zijn. Figuur 3.1.2 toont de gemiddelde uurlonen naar leeftijdsjaar naar geslacht en bedrijfstak (deze cijfers zijn gebaseerd op cross-sectionele data, individuen zijn niet door de tijd gevolgd). Onder twintigers is te zien dat oudere twintigers flink meer verdienen dan jongere twintigers, zowel bij mannen als bij vrouwen. Echter, bij vrouwen in het bedrijfsleven is het uurloon vanaf de leeftijd van ongeveer 35 jaar niet meer hoger dan bij vrouwen die een jaar jonger zijn. De beloning van mannen in het bedrijfsleven bereikt echter pas een piek op vijftigjarige leeftijd.

3.1.2 Gemiddeld uurloon, 2020
LeeftijdBedrijfsleven Man (euro)Bedrijfsleven Vrouw (euro)Overheid Man (euro)Overheid Vrouw (euro)
2010,8610,8112,7712,77
2112,8412,6913,8014,54
2213,8913,7014,0515,87
2314,2114,3015,6616,70
2414,9015,5216,3218,34
2516,3216,4617,3919,68
2617,3217,5819,3520,33
2718,3718,3920,6021,42
2819,4119,0420,0922,24
2920,2019,9021,8923,14
3021,7320,2922,1824,05
3121,5120,7923,5125,52
3222,5021,1124,2625,85
3323,3222,2325,9426,54
3424,1422,9127,6427,42
3524,9922,5926,2228,45
3625,0623,2628,7028,13
3726,2422,4428,2230,15
3826,7023,2329,5729,09
3926,7923,5829,3929,94
4028,2423,4430,8530,37
4127,6423,3531,5529,78
4228,2624,1634,5831,10
4328,9222,9431,9532,34
4429,1824,1533,4432,08
4529,8822,8432,3030,29
4629,2223,2832,1429,59
4729,5922,6531,1830,21
4831,0923,2633,2629,44
4931,3323,0432,6231,30
5030,6123,0433,5030,26
5131,6823,1133,9831,06
5231,7221,8532,9530,64
5331,4522,3733,0428,91
5430,8522,9735,1429,65
5529,9222,9632,7430,07
5631,3522,6133,1529,31
5731,1021,7833,1929,00
5830,6222,4134,2630,73
5930,2621,5835,6829,48
6030,0921,5035,7329,00
6130,7521,7233,2429,53
6229,4821,2034,3629,75
6328,4321,0134,8029,04
6428,1420,5835,5329,46

Mannen van 28 jaar of ouder verdienen in het bedrijfsleven ten minste 1 procent meer dan vrouwen, zoals te zien is in figuur 3.1.3. Een loonachterstand van tenminste 1 procent onder vrouwen is er bij vrouwen binnen de overheid pas vanaf de leeftijd van 44 jaar. Vanaf de leeftijd van 32 jaar is de loonachterstand in het bedrijfsleven consequent 5 procent of groter. Binnen de overheid zijn loonachterstanden onder vrouwen van ten minste 5 procent pas zichtbaar vanaf 50 jaar, op bijna twintig jaar hogere leeftijd dan in het bedrijfsleven.

Binnen de overheid lijkt het relatieve loonvoordeel van mannen ten opzichte van vrouwen lichtelijk toe te nemen naarmate werknemers hun pensioenleeftijd naderen. Het grootste verschil is geobserveerd op 60-jarige leeftijd, wanneer mannen binnen de overheid gemiddeld 36 euro per uur verdienen en vrouwen gemiddeld 29 euro (19 procent minder). In het bedrijfsleven nam het loonverschil op latere leeftijd iets af (figuur 3.1.3).
Opvallend is dat jonge vrouwen bij de overheid in 2020 gemiddeld meer verdienden dan hun mannelijke collega’s. Op 25-jarige leeftijd was het loonvoordeel van vrouwen met 13 procent het grootst, zoals te zien is in figuur 3.1.3. Mannen verdienden op 34-jarige leeftijd voor het eerst gemiddeld (iets) meer dan vrouwen.

3.1.3 Ongecorrigeerd loonverschil tussen vrouwen en mannen, 2008 en 2020
LeeftijdBedrijfsleven 2008 (%)Bedrijfsleven 2020 (%)Overheid 2008 (%)Overheid 2020 (%)
1812
19-50
2030
21-2-1
220-1-213
2331107
24-44412
25-21213
26-4275
27-1034
28-4-2011
29-8-126
30-7-7-38
31-6-3-19
32-6-607
33-14-5-72
34-14-5-2-1
35-14-10-58
36-18-7-5-2
37-19-14-107
38-20-13-3-2
39-18-12-32
40-20-17-10-2
41-28-16-12-6
42-25-14-13-10
43-23-21-111
44-28-17-10-4
45-29-24-17-6
46-28-20-16-8
47-27-23-15-3
48-31-25-14-11
49-31-26-18-4
50-30-25-20-10
51-32-27-18-9
52-32-31-18-7
53-29-29-19-13
54-29-26-17-16
55-26-23-15-8
56-31-28-25-12
57-31-30-16-13
58-28-27-20-10
59-19-29-18-17
60-31-29-21-19
61-30-29-26-11
62-29-28-25-13
63-29-26-21-17
64-20-27-7-17

Figuur 3.1.3 laat verder zien dat bij de overheid het loonvoordeel van jonge vrouwen sinds 2008 is toegenomen en de loonachterstand van oudere vrouwen bij de overheid sinds 2008 is afgenomen. Binnen de overheid zijn vrouwen er in alle leeftijdsgroepen relatief meer op vooruit gegaan dan hun mannelijke collega’s. Ook in het bedrijfsleven hebben vrouwen veelal een inhaalslag gemaakt ten opzichte van 2008. De leeftijdscategorie van 54 tot en met 64 jaar vormt hierop echter een uitzondering. In deze leeftijdscategorie, waar de loonachterstand van vrouwen het grootste is, is het loonverschil in het bedrijfsleven nauwelijks afgenomen ten opzichte van 2008.

3.2 Opleidingsniveau

Een opleiding vergroot het perspectief op de arbeidsmarkt. Het aandeel werknemers met een hoge opleiding is sinds 2008 zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid toegenomen. In Nederland is overheidspersoneel gemiddeld hoger opgeleid dan werknemers in het bedrijfsleven. In het bedrijfsleven zijn mannen en vrouwen ongeveer even hoog opgeleid (tabel 3.2.1). Bij de overheid daarentegen zijn vrouwen vaker hoger opgeleid dan mannen. Onder vrouwen bij de overheid is het opleidingsniveau in de periode 2008-2020 ook het sterkst gestegen. In 2020 was 72 procent van de vrouwen hoger opgeleid ten opzichte van 61 procent onder mannen, tegenover 62 procent en 55 procent in 2008.

3.2.1 Banen van werknemers naar opleidingsniveau
2008200820202020
ManVrouwManVrouw
Bedrijfsleven, aantal banenx 1 0003 5843 0853 6123 365
Bedrijfsleven, lager opgeleid% 32 31 24 22
Bedrijfsleven, middelbaar opgeleid% 43 47 41 43
Bedrijfsleven, hoger opgeleid% 24 22 33 33
Overheid, aantal banenx 1000 494 511 454 590
Overheid, lager opgeleid% 11 8 8 5
Overheid, middelbaar opgeleid% 34 30 31 22
Overheid, hoger opgeleid% 55 62 61 72

Hoge opleiding loont meer voor mannen dan voor vrouwen

Figuur 3.2.2 laat zien hoe het gemiddelde uurloon voor mannen en vrouwen samenhangt met opleidingsniveau. Zonder rekening te houden met andere factoren verdienden mannen met een hoog opleidingsniveau bij de overheid in 2020 gemiddeld 44 procent meer dan hun mannelijke collega’s bij de overheid met een middelbaar opleidingsniveau. Bij vrouwen bij de overheid was dit 38 procent. Met andere woorden, binnen de overheid was een hoog opleidingsniveau onder mannen sterker geassocieerd met een hoog uurloon dan onder vrouwen.

In het bedrijfsleven waren deze verschillen groter. Daar was het verschil in uurloon tussen een hoog opleidingsniveau en een middelbaar opleidingsniveau voor mannen 59 procent en voor vrouwen 45 procent. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat mannen studie- en beroepskeuzes maken die samenhangen met een hogere beloning. Relatief veel mannen kiezen er bijvoorbeeld voor om te werken bij financiële instellingen waar het inkomen vaak hoger is (zie paragraaf 4.1).

3.2.2 Gemiddeld uurloon naar opleidingsniveau, 2020
SectorOpleidingsniveauMan (euro)Vrouw (euro)
OverheidLaag20,5120,06
OverheidMiddelbaar23,3821,72
OverheidHoog33,6929,96
BedrijfslevenLaag 15,7612,99
BedrijfslevenMiddelbaar20,9717,81
BedrijfslevenHoog33,3825,87