Leesmotivatie van basisscholieren

Vera Ronda, Trudie Schils en Suzanne Zuidema, Universiteit Maastricht | 28 September 2022


Belang van Leesmotivatie

Internationaal vergelijkend onderzoek (PIRLS) laat zien dat de leesvaardigheid van Nederlandse basisscholieren relatief hoog is in vergelijking met andere landen[1]. Onderzoek van Petscher (2010) laat zien dat een sterke leesmotivatie samenhangt met de leesvaardigheid van kinderen: hoe hoger de leesmotivatie, des te hoger de leesvaardigheid [2]. Ook uit de PIRLS studie blijkt dat basisscholieren die lezen leuk vinden, met 560 punten in het onderzoek, zeer vaardige lezers zijn, terwijl kinderen die lezen enigszins leuk vinden met 550 punten nagenoeg op het Nederlandse gemiddelde zitten. Leerlingen die lezen niet leuk vinden scoren hier met 527 punten ver onder[3] . Recenter onderzoek van de Onderwijsinspectie (2022) bevestigt dit beeld[4].

Hoewel Nederland hoog scoort op leesvaardigheid, zijn Nederlanders de afgelopen jaren steeds minder gaan lezen[5]. Omdat (begrijpend) lezen een van de basisvaardigheden is en een belangrijke factor in (onderwijs)succes, benadrukt de Onderwijsinspectie hoe belangrijk het is dat leerlingen met plezier en vertrouwen blijven lezen en daartoe zoveel mogelijk gestimuleerd worden[4].

In deze factsheet

In deze factsheet presenteren we cijfers over de leesmotivatie van basisscholieren uit groep 8. In 2021 zijn er vragen over leesmotivatie in de OML1 meegenomen, voor dit jaar presenteren we de volgende thema’s:

  • Leesgedrag thuis
  • Leesattitude
  • Leesmotivatie voor de toekomst

Daarbij splitsen we uit naar geslacht, opleiding ouders, regio en gemeente. Uitsplitsing naar gemeente doen we alleen als we voor de betreffende gemeente voldoende leerlingen van tenminste twee verschillende scholen hebben.

Aan het einde van de factsheet geven we enkele aanbevelingen uit de literatuur voor de onderwijspraktijk om lezen bij leerlingen te stimuleren.

Als uw school/bestuur heeft deelgenomen, kunt u ook cijfers voor uw eigen school/bestuur inzien in de digitale terugkoppeling, via deze link. Hiervoor is de inlogcode nodig die bestuurders en schoolleiders van deelnemende scholen hebben ontvangen.

Deze factsheet is hier als pfd te downloaden

Lezen thuis

Om zicht te krijgen op hoe veel kinderen thuis lezen hebben we leerlingen hier in 2021 ook vragen over gesteld. Dit omdat het leesgedrag van kinderen thuis in combinatie met de redenen waarom ze thuis lezen ook een belangrijke indicator van leesmotivatie is. De volgende vragen zijn voorgelegd:

  • Hoe vaak lees je voor de lol, op school of buiten school?
  • Hoe vaak lees je om iets te leren, op school of buiten school?

Deze vragen zijn ontleend aan de internationale PIRLS studie 2016 die in groep 6 is afgenomen.

Figuur 1 laat de gemiddelde antwoorden zien van leerlingen in groep 8 in Limburg. Ook laten we de gemiddelden van de PIRLS 2016 laten zien voor leerlingen in groep 6. De figuur laat zien dat leerlingen in groep 8 in Limburg minder vaak lezen voor de lol en/of om iets te leren dan het Nederlandse gemiddelde uit PIRLS 2016.

Op de volgende pagina’s splitsen we het thuis lezen uit naar geslacht, opleiding ouders en regio. Daarbij hebben we beide stellingen verwerkt in één index, met een score van 0-1. Hoe hoger de index hoe hoger de leesmotivatie van de kinderen.

Figuur 1. Lezen thuis
Leesgedrag op school naar geslacht en opleiding ouders

Figuur 2 laat de verschillen zien in deze score tussen jongens en meisjes. Meisjes scoren significant hoger op leesgedrag thuis dan jongens.

Figuur 3 laat de verschillen zien in deze score tussen leerlingen met verschillend opgeleide ouders. Leerlingen met ouders met een mbo opleiding of minder en leerlingen met ouders van wie de opleiding onbekend is scoren significant lager dan leerlingen met ouders met een hbo- of wo-opleiding. Kinderen met ouders met een wo-opleiding scoren significant hoger dan leerlingen met ouders met een hbo-opleiding.

Figuur 2. Leesgedrag thuis van leerlingen groep 8 naar geslacht, 2021

 

Figuur 3. Leesgedrag thuis van leerlingen groep 8 naar opleiding ouders, 2021

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Verschillen naar regio en gemeente

Figuur 4 laat de verschillen zien tussen Limburgse regio’s. Leerlingen in Maastricht-heuvelland laten de hoogste score zien. Deze is significant hoger dan die van Noord Limburg, Sittard-Geleen en Parkstad Limburg. Verder zijn er geen significante verschillen te zien tussen de regio’s.

Figuur 5 op de volgende pagina laat de verschillen naar gemeente zien per regio.

We zien per regio de volgende resultaten:

  • Noord Limburg: de score in Mook en Middelaar is significant hoger dan in Gennep, Peel en Maas, Venlo en Venray.
  • Midden Limburg: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Maastricht-heuvelland: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Sittard Geleen: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Parkstad Limburg: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten

Figuur 4. Leesgedrag thuis van leerlingen groep 8 naar regio, 2021

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Figuur 5. Leesgedrag thuis leerlingen groep 8 naar gemeente, 2021

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Leesattitude

Om ook zicht te krijgen op leesattitude hebben we leerlingen in 2021 de volgende vragen voorgelegd (ontleend aan de PIRLS 2016):

  • Ik praat graag met anderen over wat ik lees
  • Ik ben blij als iemand mij een boek cadeau geeft
  • Ik vind lezen saai
  • Ik zou graag meer tijd hebben om te lezen
  • Ik vind lezen leuk
  • Ik leer veel van lezen
  • Ik vind het leuk om over dingen te lezen die me laten nadenken
  • Ik vind het leuk om een boek te lezen dat me helpt fantaseren

Figuur 6 laat de gemiddelde antwoorden zien van leerlingen in groep 8 in Limburg. Figuur 7 de gemiddelden van PIRLS 2016 zien voor leerlingen in groep 6. Kinderen in groep 8 in Limburg vinden lezen vaker saai dan het Nederlandse gemiddelde uit PIRLS 2016. Ook geven deze leerlingen minder vaak aan meer tijd te willen hebben om te lezen. Op de volgende pagina’s splitsen we leesattitude uit naar geslacht, opleiding ouders en regio. Daarbij hebben we beide stellingen verwerkt in één index, met een score van 0-1. Hoe hoger de index hoe hoger de leesmotivatie van de kinderen.

Figuur 6. Leesattitude (OML)

 

Figuur 7. Leesattitude (PIRLS)

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Leesattitude naar geslacht en opleiding ouders

Figuur 8 laat de verschillen zien in deze score tussen jongens en meisjes. De figuur laat zien dat meisjes significant hoger scoren dan jongens.

Figuur 9 laat de verschillen zien in deze score tussen leerlingen met verschillend opgeleide ouders. Kinderen met ouders met een hbo- of wo-opleiding scoren hoger dan kinderen met ouders met een mbo-opleiding of minder en kinderen met ouders van wie het opleidingsniveau onbekend is. Kinderen met ouders met een wo-opleiding scoren significant hoger dan kinderen met ouders met een hbo-opleiding.

Figuur 8. Leesattitude van leerlingen groep 8 naar geslacht, 2021

 

Figuur 9. Leesattitude van leerlingen groep 8 naar opleiding ouders, 2021

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Verschillen naar regio en gemeente

Figuur 10 laat de verschillen zien tussen Limburgse regio’s. Leerlingen in Maastricht-heuvelland scoren significant hoger dan leerlingen in de overige regio’s. In Parkstad Limburg is de score significant hoger dan in Noord Limburg.

Figuur 11 op de volgende pagina laat de verschillen naar gemeente zien per regio.

We zien per regio de volgende resultaten:

  • Noord Limburg: De score is het laagst in Gennep. De score hier is significant lager dan de andere gemeenten, met uitzondering van Mook en Middelaar.
  • Midden Limburg: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Sittard Geleen: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Maastricht-heuvelland: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Parkstad Limburg: De score in Simpelveld is significant hoger dan die in Heerlen.

Figuur 10. Leesattitude van leerlingen groep 8 naar regio, 2021

 

Figuur 11. Leesattitude leerlingen groep 8 naar gemeente, 2021

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Leesmotivatie toekomst

Om ook zicht te krijgen op de leesmotivatie voor de toekomst hebben we leerlingen in 2021 de volgende vragen voorgelegd:

  • Denk je dat je regelmatig boeken gaat lezen als je ouder bent?
  • Denk je dat je regelmatig naar de bieb gaat als je ouder bent?

Figuur 12 laat de gemiddelde antwoorden zien van leerlingen in groep 8 in Limburg.

Op de volgende pagina’s splitsen we leesattitude uit naar geslacht, opleiding ouders en regio. Daarbij hebben we beide stellingen verwerkt in één index, met een score van 0-1. Hoe hoger de index hoe hoger de leesmotivatie van de kinderen.

Figuur 12. Leesmotivatie toekomst

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Leesmotivatie toekomst naar geslacht en opleiding ouders

Figuur 13 laat de verschillen zien in deze score tussen jongens en meisjes. Ook hier scoren de meisjes significant hoger dan de jongens.

Figuur 14 laat de verschillen zien in deze score tussen leerlingen met verschillend opgeleide ouders. Net als bij de voorgaande thema’s scoren leerlingen met ouders met een wo-opleiding hoger dan de andere groepen. Leerlingen met ouders met een hbo-opleiding scoren significant hoger dan leerlingen met ouders waar we de opleiding niet van weten en leerlingen met ouders met een mbo-opleiding of minder.

Figuur 13. Leesmotivatie toekomst van leerlingen groep 8 naar geslacht, 2021

 

Figuur 14. Leesmotivatie toekomst van leerlingen groep 8 naar opleiding ouders, 2021

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Verschillen naar regio en gemeente

Figuur 15 laat de verschillen zien tussen Limburgse regio’s. Ook hier scoort Maastricht-heuvelland significant hoger dan de andere regio’s.

Figuur 16 op de volgende pagina laat de verschillen naar gemeente zien per regio.

We zien per regio de volgende resultaten:

  • Noord Limburg: In Gennep is de score significant lager dan in de andere gemeenten. De score van Peel en Maas is lager dan die van Venlo en Venray.
  • Midden Limburg: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Sittard Geleen: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Maastricht-heuvelland: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.
  • Parkstad Limburg: er zijn geen significant verschillen tussen de gemeenten.

Figuur 15. Leesmotivatie toekomst van leerlingen groep 8 naar regio, 2021

 

Figuur 16. Leesmotivatie toekomst leerlingen groep 8 naar gemeente, 2021

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds geslacht, opleiding ouders, regio, en gemeente meegenomen als verklarende variabelen.

Resultaten op een rij

Leesgedrag thuis

Voor de resultaten van het leesgedrag thuis geldt: hoe hoger de score, hoe meer de leerlingen thuis lezen.

  • Meisjes scoren significant hoger dan jongens.
  • Kinderen met ouders met een hbo- of wo-opleiding scoren hoger dan kinderen met ouders met een mbo-opleiding of minder en kinderen met ouders van wie het opleidingsniveau onbekend is. Kinderen met ouders met een wo-opleiding scoren significant hoger dan kinderen met ouders met een hbo-opleiding.
  • In Maastricht-heuvelland zijn de scores op de verschillende thema’s significant hoger dan in de andere regio’s. Er zijn weinig significante verschillen tussen de gemeenten in de verschillende regio’s. In Noord Limburg scoort Gennep het laagst.

Leesattitude

Bij leesattitude geldt: hoe hoger de score, hoe positiever de leesattitude van de leerlingen.

  • Meisjes scoren significant hoger dan jongens.
  • Kinderen met ouders met een wo-opleiding scoren hoger dan kinderen uit de andere groepen. Kinderen met ouders met een hbo-opleiding scoren hoger dan kinderen met ouders met een mbo-opleiding of minder en kinderen met ouders van wie het opleidingsniveau onbekend is.
  • Ook hier scoren leerlingen in Maastricht-heuvelland significant hoger dan leerlingen in de overige regio’s. In Parkstad Limburg is de score significant hoger dan in Noord Limburg. In Noord-Limburg is de score het laagst in Gennep. De score hier is significant lager dan de andere gemeenten, met uitzondering van Mook en Middelaar.

Leesmotivatie toekomst

Hoe hoger de score op deze index, hoe hoger de leesmotivatie van de leerlingen richting de toekomst.

  • Ook op dit thema scoren meisjes significant hoger dan jongens.
  • Net als bij de voorgaande thema’s scoren kinderen met ouders met een hbo- of wo-opleiding hoger dan kinderen met ouders met een mbo-opleiding of minder en kinderen met ouders van wie het opleidingsniveau onbekend is. Kinderen met ouders met een wo-opleiding scoren significant hoger dan kinderen met ouders met een hbo-opleiding.
  • Maastricht-heuvelland scoort ook hier hoger dan de andere regio’s. In Noord-Limburg is in Gennep de score significant lager dan in de andere gemeenten. De score van Peel en Maas is lager dan die van Venlo en Venray.

De resultaten zijn voor alle drie de thema’s nagenoeg hetzelfde. Er zitten alleen kleine verschillen in de cijfers bij de gemeenten. Dit betekent dat de resultaten erg robuust zijn en er weinig tot geen afwijkingen in de cijfers zitten. Het meest opvallende resultaat binnen alle thema’s is dat meisjes elke keer hoger scoren dan jongens. Verschillende onderzoeken laten zien dat de leesmotivatie van meisjes inderdaad hoger is dan die van jongens[6, 7, 8], en bevestigen deze resultaten dus.

Aanbevelingen in de onderwijspraktijk

Van Steensel ea (2016) hebben een uitgebreide studie verricht naar de effectiviteit van interventies op het terrein van lezen. Ze laten onder ander zien dat het vooral zinvol is om te investeren in programma’s die de interesses van leerlingen aanspreken, die hun gevoel van autonomie ondersteunen, die inzetten op sociale interacties rond boeken, die leerlingen helpen om (beheersings)doelen te stellen en die gevoelens van competentie stimuleren[9]. Leesmotivatie is een belangrijke voorwaarde om leerlingen meer te laten lezen.

Volgens de Onderwijsinspectie (2022) is het voor de leesmotivatie van kinderen belangrijk dat zij gefaciliteerd worden om te lezen, bijvoorbeeld door het makkelijk toegankelijk maken van boeken[3]. Ook uit onderzoek van de Kennisrotonde (2018) blijkt dat leesmotivatie onder meer bevorderd kan worden door het aanbieden van een grote variatie van boeken, gericht op alle leeftijden binnen de school, waarbij niet alleen fictie (jeugdliteratuur), maar ook non-fictie (informatieve teksten) een grote plaats moet innemen[10]. Daarnaast noemen zij als aandachtspunten voor het verbeteren van de leesmotivatie:

  • Focussen op een dieper begrip van teksten;
  • Autonomie verlenen aan de leerlingen (tekstkeuze, leesdoel en werkwijze);
  • Aansluiten op de belangstelling van leerlingen;
  • Gelegenheid tot samenwerking bieden bij het lezen en leren van teksten;
  • Leesteksten gebruiken in het kader van meer omvattende opdrachten (werkstukken, schrijfopdrachten of exposities)[7].

Uit onderzoek van Stasse (2014) blijkt dat niet alleen een grote hoeveelheid aan verschillende boeken belangrijk is voor de leesmotivatie. Uit het onderzoek komt naar voren dat kinderen die zelf hun boeken mochten uitkiezen een hogere leesmotivatie hebben dan kinderen voor wie door iemand anders een boek wordt geselecteerd [11]. Een combinatie van een groot aanbod en de kinderen zelf hun leesmateriaal laten uitkiezen zou kunnen bijdragen aan een hogere leesmotivatie.

Volgens de Education Endowment Foundation (EEF), zijn er verschillende interventies en strategieën die kunnen bijdragen aan het verbeteren van geletterdheid en lezen [12]. Enkele van de meest veelbelovende benaderingen die tot dusver uit het bewijsmateriaal naar voren zijn gekomen, zijn:

  • Mondelinge taalinterventies die gericht zijn op gesproken taal en verbale interactie in de klas lijken alle leerlingen ten goede te komen. Sommige studies laten iets grotere effecten zien voor jongere kinderen en leerlingen uit kansarme omgevingen. Een focus op mondelinge taalvaardigheden heeft voordelen voor zowel lezen als schrijven.
  • Fonetische benaderingen - als onderdeel van een evenwichtige aanpak - zijn doeltreffend gebleken om jongere leerlingen (4-7 jaar) te helpen bij het leren lezen.
  • Strategieën voor begrijpend lezen zijn gericht op het begrip van de tekst door de leerling. Er wordt een reeks technieken aangeleerd die leerlingen in staat stellen de betekenis van wat geschreven staat te begrijpen, zoals het afleiden van de betekenis uit de context, het samenvatten of identificeren van belangrijke punten, en het monitoren van hun eigen begrip en het zelf identificeren van moeilijkheden.

Education Lab heeft de praktijkkaart “Stimuleren van thuis lezen. Thuis extra oefenen tijdens de zomer” gepubliceerd [13]. In deze praktijkkaart worden tips gegeven aan scholen om kinderen extra te stimuleren om thuis te lezen in de zomervakantie, door ze bijvoorbeeld boeken of een leeslijst mee te geven en door het sturen van (sms-)berichtjes aan ouders om hen te helpen herinneren aan en hen te ondersteunen in het lezen met hun kind. Deze praktijkkaart is gemaakt voor Kinderen van groep 1 t/m groep 7, vooral voor kinderen met ouders met een lage sociaal economische status.

 

Bronnen

[1] Gubbels, J., Netten A., Verhoeven, L. (2016) Vijftien jaar leesprestaties in Nederland - https://expertisecentrumnederlands.nl/uploads/default/p/i/pirls-2016.pdf

[2] Petscher, Y. (2010). A meta-analysis of the relationship between student attitudes towards reading and achievement in reading. Journal of Research in Reading. - https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1467-9817.2009.01418.x

[3] Stichting lezen (2022). Leesmotivatie en leesvaardigheid gaan hand in hand.  https://www.lezen.nl/onderzoek/leesmotivatie-en-leesvaardigheid-versterken-elkaar/

[4] Onderwijsinspectie (2022). Grotere leesvaardigheid bij meer lezen voor eigen plezier en meer vertrouwen in eigen vaardigheid. - https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2022/06/08/grotere-leesvaardigheid-bij-meer-lezen-voor-eigen-plezier-en-meer-vertrouwen-in-eigen-vaardigheid

[5] Sociaal Cultureel Planbureau (2018) Lees:Tijd. Lezen in Nederland - https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2018/01/18/lees-tijd/LeesTijd.pdf

[6] McGeown, S., Goodwin, H., Henderson, N. & Wright, P. (2012). Gender Differences in
Reading Motivation: Does Sex or Gender Identity Provide a Better Account? - https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1467-9817.2010.01481.x

[7] Wigfield, A. & Guthrie, J. T. (1997). Relations of Children's Motivation for Reading to the
Amount and Breadth of Their Reading. - https://citeseerx.ist.psu.edu/viewdoc/download?doi=10.1.1.910.6311&rep=rep1&type=pdf

[8] Stichting Lezen (2014). Leesverschillen tussen jongens en meisjes: aangeboren of aangeleerd? - https://www.lezen.nl/wp-content/uploads/2021/01/Leesverschillen-tussen-jongens-en-meisjes.pdf

[9] Van Steensel, R., Van der Sande, L., Bramer, W., Arends, L. (2016) Effecten van leesmotivatie-interventies: Uitkomsten van een meta-analyse. - https://www.nro.nl/sites/nro/files/migrate/Roel-van-Steensel-Reviewstudie_Effecten-van-leesmotivatie-interventies.pdf

[10] Kennisrotonde (2018). Wat zijn effectieve methoden voor leesbevordering in groep 4-8 van het basisonderwijs. - https://www.kennisrotonde.nl/sites/kennisrotonde/files/migrate/335-antwoord-technisch-lezen.pdf

[11] Stasse, C. (2013) De invloed van leraren op de leesmotivatie van leerlingen in het basisonderwijs - https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/062/997/RUG01-002062997_2013_0001_AC.pdf

[12] Education Endowment Foundation (n.d.). Literacy. -  https://educationendowmentfoundation.org.uk/guidance-for-teachers/literacy

[13] Education Lab (n.d.) Praktijkkaart: stimuleren van thuis lezen - https://education-lab.nl/wp-content/uploads/2021/04/Praktijkkaart-5-Thuis-extra-oefenen-tijdens-de-zomer-Ouderbetrokkenheid-EducationLab.pdf

delen:  
Loading Conversation