Terug naar de krant

Filosoof Alain Badiou: ‘Zoek een weg die de wereld verandert’

Leeslijst rubriek hoe te leven

Interview Filosoof Alain Badiou ziet het als zijn plicht de jeugd te corrumperen – al is dat niet makkelijk tegenwoordig. „Het is vrijwel onmogelijk om iets buiten de dictatuur van de markt om te doen.”

Leeslijst

Een afgeladen zaal studenten, zich verdringend bij de deuropening, hutjemutje op de gang zelfs om maar een glimp van hem op te vangen, kijkt geïntimideerd naar Alain Badiou. Zijn flipover staat volgeschreven met formules. Badiou, ontvankelijk voor het angstzweet van de jonge filosofen, alfa’s immers, bromt: „Don’t be afraid of symbolisation”, om vervolgens uit te leggen hoe de verzamelingenleer van pas komt in de filosofie. „In elke veelheid zit een vreemde entiteit. Een pure veelheid bestaat niet; een puur volk dus ook niet, om maar iets te noemen.” Dat alles in een Engels dat amper van Frans te onderscheiden is. („Ik spreek geen Engels, wel heel goed Frans-Engels”, grinnikt Badiou even tevoren tegen de NRC-verslaggever.)

Alain Badiou is 82 jaar oud en al decennia populair onder geëngageerde studenten. Hij werpt zich op als een bescheiden maar toegewijde mentor die het, in de voetsporen van Socrates, als zijn plicht ziet de jeugd te corrumperen. Want het is de taak van de filosofie, vertelt Badiou voorafgaand aan zijn lezing op het Wijsgerig Festival Drift in Amsterdam, afgelopen mei, om te zoeken naar nieuwe manieren van bestaan, voor het collectief én het individu. „Ik wil laten zien dat er andere wegen zijn dan de bestaande, dat het mogelijk is te breken met tradities en de gevestigde orde. Dat is niet makkelijk tegenwoordig, want de wereld van de markt pretendeert de moderne, nieuwe wereld te zijn, die tradities overbodig maakt en verschillen tussen jong en oud, man en vrouw, uitwist. Het enige wat nog van belang is onder de marktorde is de prijs van het product, de uitwisseling van goederen, geld en beelden. Maar natuurlijk willen we niet leven onder heerschappij van de markt, en evenmin onder die van de oude wereld.”

Het idee dat globaal gezien nog altijd de meeste neuzen één kant op krijgt, is dat van de markt, en het is dan ook dat heersende idee waartegen Badiou ageert. „Het is vrijwel onmogelijk om iets buiten de dictatuur van de markt om te doen: iedereen die dat probeert, wordt direct weer opgeslokt. Wil je biologisch of veganistisch eten omwille van het klimaat, ontstaat er een markt met veganistische spullen. Hetzelfde geldt in de muziek: rap was het genre van de opstand, nu is het bij uitstek commercie. En dus moeten we ons proberen een wereld voor te stellen die niet gehoorzaamt aan de economische wetten van rivaliteit, optimalisatie en geld. Dat is de moeilijkheid.”

Badiou is ervan overtuigd dat filosofie gelukkig maakt, gelukzalig zelfs. Een geluk dat zich onderscheidt van het „schijnbare geluk van de tevredenheid”, schrijft hij, dat van „onvergetelijke vakanties, alleraardigste vrienden, [en] een huis dat van alle gemakken is voorzien.” Het is een opmerkelijke breuk met zijn leermeesters, existentialisten als Kierkegaard en Sartre, maar ook Nietzsche en Wittgenstein, geen uitblinkers in opgeruimdheid. Maar voor Badiou is filosofie het oefenen van een onafhankelijke geest, die zich niet slaafs voegt naar gangbare meningen en heersende opinies, en zich richt op een zelfgekozen weg.

Dat laatste is niet makkelijk in een wereld waarin overal verleidingen zijn en alles direct beschikbaar is. Vrij letterlijk soms – Bol.com, bijvoorbeeld, adverteert deze weken in Amsterdam met de belofte dat het binnen twee uur alles bezorgt wat het hartje begeert. „You don’t find something to love really”, roept Badiou uit, half lach, half kuch. „Alles is op de markt en dus is er niets waar je enig geduld voor op hoeft te brengen. Er is niets werkelijk interessants te doen. Dat maakt het ingewikkeld om nu jong te zijn. Om mij heen zie ik op die situatie twee reacties, allebei negatief. Je kunt voor een nihilistisch protest kiezen, leven van moment tot moment, van dag tot dag, ontkennen dat er nog iets van waarde is. Je verhoudt je dan tot de wereld zonder enige regel of richtlijn, en leeft een leven vol pleziertjes en zonder enige verplichting. Maar uiteindelijk brand je zo het leven op, is het een ontkenning van jezelf. Je doet wat je wilt, maar er is niets waar je echt naar verlangt.

„De andere mogelijkheid is aanvaarden dat er niets interessant is, maar dat er niets zal veranderen. Dat de wereld de markt is, en dat die zo zal blijven. En dus zoek je naar een aangename en comfortabele plek binnen die wereld. Geen van die posities is goed of fout, maar het nihilistische protest heeft mijn voorkeur boven de andere houding, waarin je de wereld accepteert zoals die is, want met het comfortabele leven van de acceptatie verdwijnt iedere weerstand.”

Kan wat u betreft de enige leidende gedachte dan ‘de grote ommekeer’ zijn?

„In wat ik het ware leven noem zoek je de weg, de juiste weg, en ik stel voor dat dat een weg is die de wereld verandert. De leefregel zou moeten zijn: verander de regels. Creëer andere mogelijkheden, tart de regels die er zijn. Niet de regels simpel afwijzen, of ermee leven, maar nieuwe regels uitvinden. Vandaag weten we dat pure afwijzing van de regels niet genoeg is, want de markt accepteert de afwijzing niet, en creëert gewoon nieuwe markten voor degenen die haar afwijzen.”

Net als Plato, uw voornaamste leermeester, lijkt u steeds een andere wereld voor te stellen, een ware wereld, die niet gecorrumpeerd is en vals, zoals u deze waarin we leven voorspiegelt.

„Ja. Maar weet je, het punt met Plato is… hij beschrijft de mogelijkheid van een andere wereld, maar hij wijst niet de weg naar die andere wereld. Er is een passage in Plato waar de jonge man tegen Socrates zegt: ja, dat is allemaal goed en aardig, maar het is onmogelijk. En Socrates zegt: ja, het is niet mogelijk hier, maar misschien wel op een andere plek. Waar die andere plek is, zegt hij niet. Dus ja, we willen het idee omarmen dat de wereld anders kan zijn, maar niet op de platonische wijze. Niet door de beschrijving van een prachtige en ware wereld, maar door te definiëren wat we moeten denken en doen om die nieuwe wereld te benaderen. Niet op een andere plek of in een andere tijd. Hier. En dat brengt ons op een tweede grote kwestie: wat is het hier en nu? Ik denk dat we het over een wereldwijde verandering moeten hebben, omdat de wet van de markt nu de wet van de hele wereld is. Natuurlijk moet je iets doen op de schaal van Parijs of Amsterdam, maar wel zo dat het de orde van de hele wereld aantast, niet alleen die binnen een enclave. Daarom is de vraag hoe we met vreemdelingen, migranten, omgaan, zo beslissend. Want zij brengen de hele wereld samen op één plek, en maken het mogelijk een mondiaal vraagstuk op kleine schaal aan te kaarten.

„In zekere zin is het ook een kans: omdat de markt nu overal heerst, kunnen we wereldwijd zoeken naar een idee of een gedachte die tegen de markt op kan wegen.”

Toch klinkt het platonisch, want onmogelijk.

„Inderdaad. Je zult iets onmogelijks moeten doen. Natuurlijk, de reactie zal altijd zijn: als het onmogelijk is, dan kan je het niet doen, je leeft onder een wet, de wet van de markt, en die is universeel. In Frankrijk wordt soms gezegd dat het makkelijker is om je het einde van de wereld voor te stellen dan het einde van het kapitalisme. Maar dat mogen we niet accepteren. Dus een van de belangrijkste dingen is dat we de ruimte tussen het mogelijke en het onmogelijke onderzoeken. De dictatuur van het kapitalisme betekent niet dat we het per se goed vinden, maar dat het de enige mogelijkheid lijkt te zijn. Iedereen merkt wel dat het niet zo geweldig en excellent is uiteindelijk. De ideologische strijd gaat niet langer tussen wat goed is en wat slecht, maar tussen wat mogelijk en onmogelijk is. Daarom is het nodig om kleine bewijzen te vinden van het onmogelijke, om te laten zien dat het onmogelijke in feite mogelijk is. Dat is een criterium voor het ware leven. Onze logica moet de logica van de uitzondering zijn, niet die van de totaliteit.”

Wat is een recent bewijs dat het onmogelijke mogelijk kan zijn?

„In Frankrijk is er een plek waar vreemdelingen samenwonen in een collectief, in nauw verband met de lokale inwoners, die hen helpen bij het vinden van werk en hen beschermen tegen de politie. Dat gebeurt op heel kleine schaal, maar daarmee wordt de grens tussen het mogelijke en het onmogelijke opgeschoven. Of, zoals nu wordt bevochten, een referendum over de privatisering van de luchthavens van Parijs. Er is maar een kleine kans dat het lukt, en het is een heel specifiek punt, maar ideologisch zou het een overwinning zijn.”

Dus u zegt wel degelijk: je zet kleine stapjes in een gecorrumpeerde wereld.

„In zekere zin ja. In zekere zin denk ik dat het woord ‘revolutie’ obscuur is geworden. Het is een woord dat te dicht aanschurkt tegen allerlei valse concepten. Ten eerste de totaliteit ervan, en ten tweede de relatie tot de staat en de macht. Een revolutie gaat over het grijpen van de macht. Maar we moeten het niet hebben over wie de macht heeft, want ook als de machthebbers wisselen, hoeft er niets te veranderen.

„Ik heb het liever over positieve, opbouwende actie, in plaats van puur protest, en vervolgens helemaal niets.”

Vindt u Occupy daar een voorbeeld van: protest zonder gevolg?

„Absoluut. Er was een slogan in mei ’68, toen ik nog een jonge man was: ‘Wees realistisch, verlang het onmogelijke.’ Ik vind het nog altijd een goed axioma.”

Hoe is het communistische idee zo centraal geworden in uw denken?

„Nou, wat voor revolutie geldt, geldt ook voor de communistische gedachte: het is de naam van een mislukking geworden. En dat begrijp ik goed, en ook dat de term daardoor aan zeggingskracht heeft verloren. Maar… eigenlijk houd ik van het woord, en wil ik niet dat mijn ideologische tegenstander mij de mond snoert door het woord aan een mislukking te verbinden en daarmee een alternatief voor het kapitalisme ondenkbaar te maken.

„Ik wil het hebben over een nieuw communisme, dat gaat over de mogelijkheid van een wereld buiten de heerschappij van de markt. Volgens mij is dat het communisme zoals het bedoeld is: een visie hebben over wat we gemeen hebben, wat ons menselijk maakt.”

Lees ook Het wispelturige, ontembare volk
Het wispelturige, ontembare volk

Weet u nog wanneer deze gedachte u greep? Want u heeft ervoor gekozen uw leven in het teken van de communistische gedachte te stellen.

„Toen ik erg jong was, was het vrijwel onmogelijk om de belangen van de arbeidersklasse, die van de studenten en die van mannen en vrouwen uit Afrika aan elkaar te verbinden. Het waren volstrekt gescheiden werelden. Maar in 1968 ontdekte ik dat wat onmogelijk leek, mogelijk was. De studentenprotesten vielen samen met de grootste fabrieksstakingen ooit. Het was een geweldige ervaring en een politieke les die mijn leven voorgoed heeft veranderd. Het leek alsof er wereldwijd werkelijk iets kon veranderen. Samen met anderen, vreemden eigenlijk, iets te kunnen uitrichten tegen de staat, tegen de wet, tegen de gevestigde orde.”

Was het een ervaring van saamhorigheid?

„Absoluut. Je ontdekt dat je ontzettend veel gemeen hebt met volstrekt vreemden, en in de wens iets te veranderen en iets te doen ontstaat er een onverwacht collectief. Voilà.”

Concentratie, schrijft u, is cruciaal, om gelukkig te kunnen zijn.

„Het is een kwestie van intensiteit. Ik denk dat geluk, het ware leven, betekent dat je kunt ontsnappen aan de wereld van de markt, door je geconcentreerd te richten op het punt tussen mogelijkheid en onmogelijkheid in. Dat het betekent dat je een sterk, geconcentreerd idee hebt van wat waar is.

„Als je te onoplettend bent, te relaxed, ben je kwetsbaar voor de dominantie van de wereld zoals die is. Je laat je verblinden door het alledaagse, verstrooiende verkeer van goederen. Maar je wilt daar voorbij zien. Liefde is eigenlijk een goed voorbeeld: wat buitengewoon is aan de liefde is juist een geconcentreerd moment van liefde zelf, niet de liefde die stilletjes opgaat in het dagelijks leven. Maar als je een moment hebt waarin liefde de hele wereld is…!” Hij lacht bulderend.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 27 juli 2019.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in