Mijn kind is doorgestuurd naar het ziekenhuis omdat het een voorwerp heeft ingeslikt

In het kort

In het kort

  • Je kind heeft een voorwerp ingeslikt. Dat kan gevaarlijk zijn voor je kind.
  • Deze voorwerpen kunnen het lichaam van je kind beschadigen:
    • batterijen
    • magneten
    • scherpe voorwerpen
  • Je kind krijgt een kijkonderzoek.
  • De arts kan het voorwerp daarmee zien en het eruit halen.
  • Let op: leg voorwerpen met een batterij op een plek waar je kind niet bij kan.
Waarom naar het ziekenhuis

Waarom gaat je kind naar het ziekenhuis?

Je kind heeft een voorwerp ingeslikt. Dat kan gevaarlijk kan zijn voor je kind. Sommige voorwerpen beschadigen het lichaam van binnen.

Bijvoorbeeld:

Scherp voorwerp (bijvoorbeeld een spijker of speld)

Dit kan het lichaam van je kind meteen erg beschadigen.
Dit kan er gebeuren:

  • Het voorwerp prikt door de slokdarm heen.
  • Na een paar dagen ontstaan er gaatjes in het lichaam of ontstekingen.

Batterij

Dit kan er gebeuren:

  • De giftige stoffen lekken uit de batterij. Dit kan al heel snel het lichaam van je kind beschadigen.
  • Er komt een grote druk op het laagje slijm van de slokdarm of maag. Hierdoor kan de huid met het laagje slijm kapot gaan.
  • Er ontstaat elektrische stroom doordat de batterij tegen het vochtige slijmvlies van je kind komt. Als dit in de slokdarm gebeurt, kan dit heel gevaarlijk zijn voor je kind.

Magneten

Dit kan er gebeuren:

  • De magneten gaan roesten in het lichaam.
  • Heeft je kind 2 of meer magneten ingeslikt? Dan kunnen deze gaatjes maken in het lichaam. Ze kunnen ook ontstekingen geven.
  • Heeft je kind 1 magneet ingeslikt? Dan is dat meestal niet gevaarlijk. Het is wel gevaarlijk als de magneet de slokdarm afsluit.

Andere voorwerpen

Is het ingeslikte voorwerp klein en onscherp, bijvoorbeeld een knikker, kraal of dop van een stift? Meestal poept je kind dit vanzelf binnen 24 uur uit. Je kind kan eten of medicijnen krijgen om de poep zachter te maken.

Als het voorwerp blijft zitten, kan je kind verstoppingen of ontstekingen krijgen. Daarom moet je goed opletten of je kind het voorwerp uitpoept. En of je kind klachten krijgt.

Onderzoeken

Welke onderzoeken krijgt je kind in het ziekenhuis als het een voorwerp heeft ingeslikt?

Vragen

De arts stelt jou en je kind vragen. Zoals:

  • Wat heeft je kind ingeslikt?
  • Wanneer heeft je kind het voorwerp ingeslikt?
  • Hoe groot is het voorwerp?
  • Heeft je kind andere problemen met de gezondheid?
  • Wanneer heeft je kind voor het laatst gegeten en gedronken?

Vaak hebben ouders niet gezien dat hun kind iets inslikte. En weten ze dus ook niet wát hun kind heeft ingeslikt. Kijk goed of je iets mist wat er eerder wel lag.

Onderzoek van het lichaam

De arts onderzoekt je kind. De arts luistert bijvoorbeeld naar de longen. En let goed op de klachten van je kind. Bijvoorbeeld of je kind goed kan ademen en slikken.

Bij deze klachten is meteen meer onderzoek nodig:

  • Je kind heeft pijn in de hals.
  • Je kind kan moeilijk ademen.
  • Je kind kwijlt.

Foto’s of scan

Vaak krijgt je kind een röntgenfoto vanaf het gebit tot aan de heupen. Daarmee kan de arts zien waar het voorwerp in het lichaam van je kind zit. En waar in het lichaam misschien problemen zijn ontstaan.
Niet alle voorwerpen zijn op een röntgenfoto te zien. Heel soms is een CT-scan of MRI nodig.

Behandeling

Welke behandeling krijgt je kind als het een voorwerp heeft ingeslikt?

Scherp voorwerp

Als een scherp voorwerp in de slokdarm van je kind zit, moet het er zo snel mogelijk uit. Ook als je kind geen klachten heeft. Dit gaat via een kijkonderzoek. Je kind wordt met medicijnen in slaap gebracht (narcose). Je kind voelt dan niets van het onderzoek. Met een slang met camera kijkt de arts binnenin de slokdarm, maag en darmen van je kind. Dit gaat via de mond. Met een grijpertje haalt de arts het voorwerp weg.

Zit het scherpe voorwerp in de maag van je kind, dan kun je soms afwachten. Dit is niet gevaarlijk voor je kind. Je let dan op of je kind het voorwerp binnen 2-4 weken uitpoept. Je doet dit altijd in overleg met de huisarts of arts in het ziekenhuis.

Batterij

De behandeling hangt af van het soort batterij dat je kind heeft ingeslikt.

  • Knoopcel-batterij (plat rond batterijtje)
    Als een knoopcel-batterij in de slokdarm van je kind zit, moet deze er zo snel mogelijk uit. In elk geval binnen 2 uur. Ook als je kind geen klachten heeft. De arts haalt de batterij eruit via een kijkonderzoek.

    Zit de knoopcel-batterij in de maag van je kind, dan kun je soms afwachten. Je let dan op of je kind de batterij binnen 2 weken uitpoept.

    Heel soms zit de batterij op een gevaarlijke plek in het lichaam. Bijvoorbeeld dichtbij een slagader. Dan kan je kind naar een speciaal ziekenhuis worden doorgestuurd waar een afdeling is met extra zorg (intensive care).

  • Cilinder-batterij
    Als een cilinder-batterij in de slokdarm zit, moet deze binnen 24 uur uit het lichaam zijn. Ook als je kind geen klachten heeft. Meestal gebeurt dit met een kijkonderzoek.

    Als de cilinder-batterij in de maag zit, wacht je af of je kind de batterij binnen 2 weken vanzelf uitpoept. Soms gaat de batterij via de maag en darmen zonder problemen uit het lichaam. Gebeurt dat niet vanzelf, dan haalt de arts de batterij er soms uit.

Magneten

Heeft je kind 2 of meer magneten ingeslikt, dan moeten die er zo snel mogelijk uit. Ook als je kind geen klachten heeft. Meestal gebeurt dit met een kijkonderzoek.
Als je kind 1 magneet heeft ingeslikt, wacht je meestal af of je kind de magneet vanzelf uitpoept. Tenzij de magneet de slokdarm afsluit. Dan haalt de arts de magneet uit het lichaam van je kind. Dat gebeurt met een kijkonderzoek.

Ander voorwerp (bijvoorbeeld een munt of knikker)

Meestal poept je kind het voorwerp vanzelf uit. Je moet de eerste 3 dagen nadat je kind het voorwerp heeft uitgepoept, goed op je kind letten. Krijgt je kind klachten, bel dan de huisarts of huisartsenpost.

Zit het voorwerp in de slokdarm van je kind en is het er na 24 uur nog niet uit? Dan krijgt je kind soms toch een kijkonderzoek. De arts kijkt binnenin de slokdarm van je kind. Zo kan de arts zien waar het voorwerp in het lichaam zit en of het voor problemen zorgt. Je bespreekt dan met de arts of je kind een behandeling nodig heeft.

Als het voorwerp in de maag van je kind zit, dan moet je kind het binnen 4 weken uitgepoept hebben. Als dat niet is gebeurd, dan haalt de arts het voorwerp uit het lichaam van je kind. Dit gebeurt met een kijkonderzoek.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder nadat je kind een voorwerp heeft ingeslikt?

Als je kind het voorwerp zelf heeft uitgepoept, is er geen onderzoek nodig.
Heeft je kind een onderzoek gehad om het voorwerp eruit te halen? Dan mag je kind meestal meteen naar huis en weer eten en drinken.
Let erop of je kind geen (nieuwe) klachten heeft.

Erover praten

Praat met je kind over wat er is gebeurd, als je kind daar oud genoeg voor is. En over hoe jij en je kind zich voelen. Misschien ben je bang dat je kind opnieuw een voorwerp inslikt. Praat met je kind hoe je samen kan zorgen dat het niet opnieuw gebeurt.

Adviezen

Hoe kun je ervoor zorgen dat je kind niet opnieuw een voorwerp inslikt?

Adviezen:

  • Leg dingen met een batterij of magneet op een plek waar je kind niet bij kan. Denk aan de afstandsbediening van de tv, wekker of horloge. Of aan boekjes of speelgoed waar een batterij in zit.
  • Leg kleine voorwerpen op een plek waar je kind niet bij kan. Denk aan munten, spelden, spijkers, knikkers en kralen.
  • Let extra op als je kind een lichamelijke beperking of een psychische ziekte heeft. Deze kinderen slikken wat vaker een voorwerp in.
  • Is je kind daar oud genoeg voor, vertel het dat het geen voorwerpen in de mond mag stoppen.
  • Let op of het speelgoed van je kind past bij de leeftijd van je kind.
  • Wat merk je

    Wat merk je aan je kind als het een voorwerp heeft ingeslikt?

    Na het inslikken van een klein, onscherp voorwerp hebben de meeste kinderen geen klachten.

    Bij andere voorwerpen kan je kind bijvoorbeeld deze klachten hebben:

    • moeilijk ademen
    • piepend ademen
    • hoesten
    • moeilijk slikken
    • kwijlen
    • overgeven
    • kokhalzen
    • niet willen eten
    • buikpijn
    • pijn op de borst
    • koorts
    • huilen

    Sommige kinderen krijgen deze klachten pas na een paar weken. Sommige pas na een paar maanden.

    Meer informatie
    Deze tekst is aangepast op
    FMS

    Vond je deze informatie nuttig?

    Vond je deze informatie nuttig?
    Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?