Duiven tellen voor de wetenschap

Scholieren en wetenschappers werken samen in onderzoek naar de stadsduif

De duif: het symbool van vrede, en tegelijkertijd volgens sommigen een vliegende rat. Vivian Goerlich is wetenschapper bij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar de stadsduif en hoe mensen daar tegenaan kijken. Samen met het Universiteitsmuseum Utrecht (UMU) en een Utrechtse middelbare school maakte ze een lesprogramma voor middelbare scholieren om te helpen bij haar onderzoek.

“Mijn fascinatie voor duiven is ontstaan tijdens mijn promotieonderzoek”, vertelt Vivian Goerlich. Toen liet ze zien dat de hormonen en het gewicht van een moederduif het geslacht van haar nakomelingen kunnen bepalen. Maar ze ontdekte nog veel meer interessante aspecten. ”Duiven wonen meestal in de stad, dat kunnen lang niet alle dieren. En we zien ze als symbool voor liefde en vrede, en tegelijkertijd als plaagdieren die vies zijn en mogelijk ziektes verspreiden. Ik vind die verschillende gezichten van de stadsduif heel interessant.”

Hoog tijd dus om meer over de stadsduif te weten te komen. Daarom ging Goerlich en collega Rebecca Nordquist aan de slag met Wouter Schaake, docent Biologie bij de Utrechtse school Academie Tien, en met het Universiteitsmuseum om een citizen science project voor leerlingen op te zetten. Tijdens dat programma van zo’n twee uur worden de leerlingen zelf onderzoekers. Ze gaan aan de slag met het opstellen van een onderzoeksvraag over duiven, en gaan deze proberen te beantwoorden door duiven te tellen en observeren. Er is een lesprogramma voor het VMBO, geschikt voor leerjaar 1-4, en een lesprogramma voor HAVO en VWO, geschikt voor leerjaar 1-2.

De uitkomsten van de duiventellingen helpen Goerlich inzicht te krijgen in de verspreiding en aantallen van stadsduiven door heel het land. “Hoe meer tellingen, hoe beter! Voor ons is dit een lange termijn project en het helpt ons enorm als we tellingen vanuit het hele land en verspreid over verschillende maanden ontvangen.”

Die informatie kan helpen bij biologische vraagstukken, bijvoorbeeld over hoe duiven in de stad overleven. Net als mensen worden zij blootgesteld aan milieuvervuiling, en de mate van vervuiling is te meten in hun veren. De wetenschappers kunnen zo de gevolgen van milieuvervuiling op duiven en hun nakomelingen onderzoeken. Bovendien is informatie over de hoeveelheid duiven in de stad en waar ze nestelen nuttig voor gemeentes die duivenpopulaties op een diervriendelijke en duurzame manier willen beheren.

“Ik ben heel benieuwd wat voor onderzoeksvragen de leerlingen gaan verzinnen”, aldus Goerlich. “Misschien komen er wel interessante nieuwe vragen voor onze onderzoeksgroep voorbij.”

Hoe meer duiventellingen, hoe beter!

Help dus mee met het onderzoek en volg de lessen

Bekijk alle lessen van het Universiteitsmuseum Utrecht.