Direct naar artikelinhoud
Waarom de Keniaanse rozen in de supermarkt zo onnatuurlijk goedkoop zijn
Belastingontwijking

Waarom de Keniaanse rozen in de supermarkt zo onnatuurlijk goedkoop zijn

Beeld Romy van der Burgh

Na thee, zijn bloemen het belangrijkste exportproduct van Kenia. De veelal internationale producenten gebruiken belastingconstructies waardoor het Afrikaanse land weinig aan deze industrie overhoudt. 

en

In de Keniaanse plaats Naivasha, zo’n honderd kilometer ten noorden van Nairobi, bemachtigen ouders een plekje in de aula van een basisschool om de tien best presterende scholieren van het afgelopen jaar te huldigen. De directeur gaat voor in gebed – in één adem dankt hij God én bloemenkwekerij Oserian.

Oserian is de oudste en een van de grootste bloemenkwekerijen in Kenia. Het bedrijf werd in de jaren tachtig opgericht door de Nederlander Hans Zwager, die bij zijn overlijden in 2016 werd geëerd als pionier van de Keniaanse bloemenindustrie. Meer dan een kwekerij is Oserian een gemeenschap: op het terrein staan scholen, medische posten en huisvesting voor het personeel. Er werken meer dan vierduizend mensen in de kwekerij.

Maar aan Kenia’s schoolsysteem als geheel lijken bedrijven als Oserian weinig bij te dragen. Uit onderzoek van Platform Investico blijkt dat rozenkwekerijen in Kenia veelvuldig gebruikmaken van offshoreconstructies waarmee de belastingplicht in het Afrikaanse land omzeild kan worden.

Waarom de Keniaanse rozen in de supermarkt zo onnatuurlijk goedkoop zijn
Beeld Sander Soewargana

De snijbloem groeide afgelopen decennia uit tot het tweede exportproduct van Kenia. Een groot deel van de sector bestaat uit multinationals die hun bedrijven vanuit landen als Nederland naar Oost-Afrika verplaatsten. Daar liggen de arbeidslonen en water- en energiekosten fors lager. Om economische redenen nam de rozenteelt in Nederland afgelopen decennia spectaculair af: tussen 2000 en 2019 slonk het rozenareaal in Nederland van 932 tot 200 hectare. 

Liggen Nederlandse rozen met Valentijnsdag voor een paar euro per stuk bij de bloemist, de Keniaanse liggen voor een dumpprijs van 1,99 euro per bos bij de supermarkt. Wereldwijd neemt de concurrentie toe en Afrikaanse landen proberen elkaar de loef af te steken. Ethiopië begon een concurrentieslag door tax holidays in te voeren, een belastingontheffing van enkele jaren voor investeerders in de agrarische sector. In Kenia ligt de vennootschapsbelasting juist hoog, op 37,5 procent. Dat maakt het interessant voor bedrijven om bedrijfsstructuren op te zetten die belastingvoordelen opleveren.

Elke cent telt en sommigen doen er alles aan om onder hun belastingplicht uit te komen

De afgelopen jaren lag de bloemensector in Kenia onder vuur vanwege slechte arbeidsomstandigheden, grootschalig gebruik van pesticiden en de negatieve invloed van de kweek op het milieu. De Nederlandse bloemensector beloofde vorig jaar deze problemen aan te pakken en ondertekende hiervoor een convenant.

Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van recente gegevens van de Kamer van Koophandel in Kenia en in Nederland. Ook zijn de Paradise Papers en de Panama Papers geraadpleegd. Dat zijn gelekte databases met financiële gegevens. Bloemenproducent Oserian wil de financiële jaarverslagen niet delen. Als private onderneming is het bedrijf niet verplicht om die te publiceren. Hetzelfde geldt voor andere bloemenbedrijven in Kenia. Ook was het niet mogelijk om jaarverslagen in te kijken in belastingparadijzen, die hun klanten vertrouwelijkheid aanbieden. Het veroordeelde bloemenbedrijf Karuturi moest jaarverslagen publiceren, omdat het beursgenoteerd is. Hierdoor kon de belastingontduiking worden vastgesteld.

Maar de sector kent nog een probleem. Op een markt waar elke cent telt, doen sommige bedrijven er alles aan om onder hun belastingplicht uit te komen. 

Zo werd Karuturi, een kwekerij opgericht door de Nederlandse ondernemersfamilie Barnhoorn, maar overgenomen door een Indiase investeerder, in Kenia schuldig bevonden aan het ontduiken van ruim 18 miljoen euro aan belasting. Dat was in 2014. Hetzelfde jaar werd het Nederlandse dochterbedrijf in Aalsmeer failliet verklaard. In Naivasha ligt het Indiase bedrijf er verlaten bij. De lege kassen strekken zich honderden meters uit met hier en daar een verdwaalde roos tussen de verder wildgroeiende planten.

Rozen werden stelselmatig tegen een onnatuurlijk lage prijs geëxporteerd naar een eigen bedrijf in Dubai, waarna ze verder over de wereldmarkt werden verspreid. De Keniaanse tak draaide verlies, terwijl de tak in de Emiraten, waar geen enkele belasting geheven wordt op doorvoergoederen, zwarte cijfers schreef.

PrimaRosa, een ander bedrijf in Kenia, leende grote bedragen van een gerelateerd bedrijf op de Britse Maagdeneilanden. Daarover moest het zoveel rente betalen, dat ook dit bedrijf in Kenia geen winst wist te maken. De advocaat van dit bedrijf, Guy Spencer Elms, zegt dat hij ook veel Nederlandse bedrijven over hun belastingstructuren adviseert.

Elke cent telt en sommigen doen er alles aan om onder hun belastingplicht uit te komen
Beeld Romy van der Burgh

Dat veel bloemenbedrijven dezelfde structuren gebruiken, blijkt uit een analyse van recente data van de Keniaanse en Nederlandse Kamer van Koophandel en uit informatie uit de Panama en Paradise Papers, twee grote verzamelingen documenten die in 2015 en 2017 uitlekten.

Oserian heeft een web aan ondernemingen opgebouwd

Bloemenbedrijven ontwijken de lokale belastingen via exportbedrijven in Nederland en brievenbusmaatschappijen in belastingparadijzen als de Kaaiman- en Britse Maagdeneilanden, Liechtenstein, Jersey en het eiland Man. Van de 32 onderzochte bedrijven, waarvan tenminste dertien een Nederlandse oorsprong hebben, is 45 procent te linken aan belastingparadijzen. Nagenoeg alle Nederlandse kwekers die naar Kenia trokken, brachten een deel van de bedrijfsvoering onder in een Nederlandse bv.

Veel Nederlandse kwekerijen in Kenia produceren Fairtrade-rozen: ze zijn gecertificeerd en hebben dus dat keurmerk. Dat geldt ook voor kwekerij Oserian. 

Fairtrade Nederland kijkt in de bloemensector naar arbeidsomstandigheden: lonen, veiligheid en milieu. Naar belastingontwijking kijkt de organisatie niet, zegt Tara Scally, woordvoerder van Fairtrade Nederland. “We zijn als Max Havelaar ooit begonnen bij de koffieboeren in Mexico, waar we een eerlijke prijs voor hun product uitrekenden. We zijn altijd doorgegaan vanuit die focus: om de positie van boeren en arbeiders te verbeteren.”

Arbeiders hebben veel baat bij een goed functionerend belastingsysteem in hun land. Fairtrade vindt eerlijke belasting belangrijk, maar onderzoek ernaar vergt veel specialistische kennis en geld, zegt Scally. Verder vreest ze dat bedrijven niet meer aan het programma meedoen als zij volledig inzicht moeten geven in hun financiële stromen. “De consequentie kan zijn dat arbeiders een deel van hun inkomen verliezen. Die bedrijven hoeven zich dan immers ook niet meer aan andere Fairtrade-voorwaarden te houden. Dat zien we liever niet.”

De Fairtrade-roos is maar een klein percentage van de volledige kweek. Dat het marktaandeel klein is, zorgt ervoor dat Fairtrade Nederland zich in een precaire onderhandelingspositie bevindt, zegt Scally.

Vorig jaar ondertekenden Nederlandse kwekerijen, veilingen, handelaren, winkelketens, de overheid, vakbond FNV en ontwikkelingsorganisatie Hivos een convenant om de bloemensector te verduurzamen. De bedrijven beloven om het loon voor arbeiders op kwekerijen, zoals in Kenia en Ethiopië, minimaal op te trekken naar de extreme armoedegrens van de Wereldbank, 1,90 dollar per dag. Op termijn moeten de arbeiders een leefbaar loon krijgen, genoeg geld om fatsoenlijk van te kunnen leven. 

Bedrijven die een internationale groep van meerdere ondernemingen opzetten, kunnen binnen die groep winsten en verliezen doorschuiven en verrekenen. Zo kunnen ze zorgen dat de winst zo laag mogelijk is in het land met het hoogste belastingtarief. Omdat Kenia een hoge winstbelasting heeft, is dit model aantrekkelijk voor bedrijven die daar actief zijn. Nederland heeft belastingverdragen met veel andere landen. Daardoor is het makkelijker om geld via Nederland naar een belastingparadijs te sluizen dan vanuit Kenia. 

Het vlaggeschip van de sector, Oserian, is grotendeels in handen van een trust in Liechtenstein. De pr en marketing van het bedrijf worden op papier gedaan vanuit een Nederlandse bv die gevestigd is in een trustkantoor in Amsterdam. In werkelijkheid wonen de meeste medewerkers in Kenia. Oserian heeft een web aan ondernemingen opgebouwd rond de kwekerij, die samen de hele bloemenketen dekken, van kweek tot verkoop tot distributie. Aandeelhouders van die bedrijven in Kenia en Nederland bevinden zich in trustkantoren op de Bahama’s en in de Britse Maagdeneilanden. 

Oserian heeft een web aan ondernemingen opgebouwd
Beeld Romy van der Burgh

“Dit is tekenend, het is duidelijk dat hier geprobeerd wordt om belasting te ontduiken”, zegt Vincent Kiezebrink van Somo, Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen, over de structuur van Oserian. “Het ziet eruit alsof ze het onderste uit de kan proberen te halen. Alle tax-havens komen langs. Zoveel paradijzen heb je niet nodig om te ontwijken, ze proberen zo dicht mogelijk bij de nul te komen.”

Een Keniaanse onderzoeker bezocht op verzoek van Investico de Keniaanse Kamer van Koophandel en kreeg inza-ge in een onafhankelijke audit van Deloitte. Daarin wordt de omzet van Oserian over 2013 geraamd op 2,7 miljoen euro. Onder de streep blijft er 3910 euro over op zijn jaarrekening. Daarvan draagt het 1041 euro over aan de belastingdienst. De onderzoeker gaf deze gegevens door aan Investico. Een officieel verzoek om een kopie van dit document bij de Kamer van Koophandel werd niet ingewilligd. Oserian weigert in te gaan op deze bedragen en geeft geen informatie over haar financiën. Ook geeft het bedrijf geen commentaar op de complexe bedrijfsstructuur.

Afrika loopt meer mis aan belasting dan het aan ontwikkelingshulp krijgt

De situatie in de Keniaanse bloemensector staat voor een groter probleem. Ontwikkelingslanden weten veel te weinig vennootschapsbelasting te heffen over activiteiten die in hun land plaatsvinden. De Verenigde Naties ramen het bedrag dat Afrika jaarlijks misloopt door belastingontwijking, -ontduiking en -voordelen op 92 miljard euro. Dat is veel meer dan de 46 miljard euro die het continent aan ontwikkelingsgeld krijgt.

Alvin Mosioma, directeur van Tax Justice Network Africa, heeft kritiek op Nederland. “Enerzijds heeft Nederland de mond vol van ontwikkelingshulp, anderzijds biedt het structuren aan waarmee deze bedrijven hun belastingplicht in Afrika kunnen ontlopen”, zegt hij. Belastingverdragen tussen Afrikaanse en Europese landen vallen steevast in het voordeel uit van Europa, vindt hij.

De bevindingen uit het onderzoek naar de Keniaanse bloemensector komen voor Mosioma niet als een verrassing. “Het zou mij verbazen als er bedrijven zijn die níet zulke trucs uithalen”, zegt hij. “De sector is verwikkeld in een race to the bottom. Multinationals die zulke belastingtrucs uithalen vormen oneerlijke concurrentie voor kleine, lokale kwekerijen.”

Toezicht vanuit de politiek laat vaak te wensen over, omdat die sterk verweven is met het bedrijfsleven. Dat bleek ook uit de Panama Papers: toenmalig Keniaans minister van landbouw Sally Jemngetich Kosgei was ook eigenaar van een bloemenkwekerij en stak de winst daarvan via een bedrijf op Mauritius in vastgoed in Londen.

Afrika loopt meer mis aan belasting dan het aan ontwikkelingshulp krijgt
Beeld Romy van der Burgh

“Deze bloemenbedrijven willen uitstralen dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen belangrijk vinden. De consument wil immers geen bloedrozen”, zegt Mosioma van Tax Justice Network Africa. “Daarom bouwt een bedrijf als Oserian een school en een ziekenhuis. Dat geeft de consument het idee bij te dragen aan de ontwikkeling van Kenia. ‘Kijk, de kwekerij zorgt voor mij’, zeggen werknemers dan, ‘en de overheid doet dat niet’. Maar het zit anders: de overheid heeft geen geld om dat te doen, ook omdat deze bedrijven te weinig belasting betalen.”

Dit artikel is onderdeel van het Money-Trail-project dat wordt ondersteund door de Nationale Postcode Loterij.

Lees ook:

Nederland helpt Ethiopië met rozenkwekerij

Die negatieve associaties met kolonialisme zijn onterecht, als het gaat om Nederlandse bloemenkwekers in Afrika, schrijft Jan Erik Visscher, van de Nederlandse Bloemenveiling in een opinie-artikel.