Direct naar artikelinhoud
Column

Wat gaan we doen, terugveren of fundamenteel veranderen?

Wat gaan we doen, terugveren of fundamenteel veranderen?

Het is een teken van hoop en optimisme dat de aandacht van covid-19 verschuift naar de post-coronatijd. Dat gaan we merken aan de gasten in de talkshows: daar zullen virologen en epidemiologen plaats moeten maken voor economen. Helaas zal hun boodschap even zwart zijn als die van hun collega-profeten een paar weken geleden: het ziet er niet goed uit.

We gaan naadloos over van de ene crisis in de andere, zeggen alle economische modelleurs – die hebben ze daar ook. Volgens die van ABN Amro komt er een krimp van 3,5 procent, ING houdt het op een min van 6 tot 8 procent. Het CPB schat de achteruitgang op 7 procent. De Rabobank gaat er, mocht de lockdown tot 1 september worden verlengd, zegevierend overheen met -14 procent, 10 procent meer dan na de bankencrisis van 2008.

Gelukkig zijn de meeste economen geboren optimisten, in alle analyses is ‘terugveren’ een veelgebruikt woord. De verwachting, je mag het ook de speculatie noemen, is dat er na een diepe val een snelle wederopstanding zal volgen. Nadat de virologen de afgelopen weken van elke Nederlander een grafiekenlezer hebben gemaakt, komen de economen met de V-curve: steil naar beneden, steil omhoog. Heerlijke heldere dingen, grafieken.

Maar moeten we wel zo snel mogelijk terug naar de voorcoronase economische constellatie? Die was in de kern vrij simpel en gebaseerd op het heilig dogma van groei; van het bbp, niet meteen van het welzijn van de burgers. Er zijn in het verleden meermaals pogingen gedaan een eind te maken aan het dictaat van de economische groeicijfers en ook naar andere criteria voor een leefbare samenleving te gaan kijken, maar dat vonden de meeste politici te ingewikkeld. Het groeicijfer heeft het voordeel van de eenvoud: hoe meer groei, hoe beter. Groei werd de maatstaf voor succesvol beleid. Hoe en ten koste van wat die groei tot stand kwam, deed er minder toe.

Als Nederland daarvoor een belastingparadijs voor multinationals moest worden, dan moest dat maar. De leefomgeving van Schiphol verzieken: doen. Amsterdam onleefbaar maken met golven toeristen: niet aarzelen. Half Brabant volplempen met stinkende varkensstallen, jonge mensen veranderen in rechtenloos arbeidsvee, de dirty man van Europa worden: doen, lekker voor de groei.

Ik hoop dat er binnenkort bij Jinek of Op1 ook een econoom aanschuift die uitlegt hoe het anders kan. Hoe we ook een herstart zouden kunnen maken naar een rechtvaardiger, schoner, duurzamer economisch model. Niet alleen in de kleine rijke stadsstaat Nederland, maar ­wereldwijd. In een donderdag verschenen rapport van de organisatie Oxfam Novib staat dat door de crisis wereldwijd 500 miljoen mensen weer onder de armoedegrens van 1,90 dollar per dag worden gedrukt. Daar horen een hoog sterftecijfer en ook een hoog migratiegetal bij.

Het tijdschrift The Economist (‘gezaghebbend’, moet je daar altijd bij zeggen) schetste deze week de mogelijke ­gevolgen van de coronacrisis: groei van e-commerce en thuiswerken. Maar ook versnelde robotisering van de ­arbeid en verdere concentratie van de economie in grote, machtige en wereldomvattende bedrijven.

Wil je dat, dan hoef je niks anders te doen dan zo krachtig mogelijk inzetten op restauratie van de oude status quo – ik heb op de een of andere manier de indruk dat het kabinet-Rutte daarop koerst. Wil je dat niet, dan moet er iets veranderen en kunnen we wellicht ooit constateren dat corona ons niet alleen maar ellende heeft gebracht.